Organisator Martin de Kok trekt bewust de kaart van de spurters in de Nederlandse ZLM Tour. “Wil je sprints winnen in de Tour de France, dan moet je present zijn in onze koers. We bieden mooie en lange aankomsten”, verzekert de Zeeuw. Maar waar ligt de toekomst van de ZLM Tour? “We willen graag een week opschuiven op de kalender”, klinkt het. Al lijkt dat momenteel utopie.

Gene bergen nodig
Een lastige tocht doorheen Nederlands-Limburg hoeft niet. Een oversteek naar de Ardennen staat evenmin op de rol. Het is duidelijk dat de ZLM Tour volop kansen wil bieden aan de hazen van het peloton. “We concentreren ons op wat we hebben in Nederland: vlakke wegen en wind. Bergen zijn er niet en hoeven ook niet. In principe zouden we nog altijd naar België kunnen uitwijken, maar we willen continuïteit. Onze aankomstplaatsen liggen voor 3 jaar vast”, benadrukt Martin de Kok.
Wat de organisator wel wat zorgen baart, is de plaats op de kalender. “We zouden graag terugkeren naar onze oude datum, maar daar zit nu de Baloise Belgium Tour. Golazo zal zijn plaats niet meer willen afstaan. Wij zijn het slachtoffer van corona. 2 jaar op rij mochten we niet organiseren. Overal in Europa werd gekoerst, behalve in Nederland.”
“Onze nieuwe datum heeft pijn gedaan, maar niet financieel”, verzekert De Kok. “Met ZLM hebben we een goede partner, die ons altijd gesteund heeft. Maar door een week vroeger te moeten organiseren, hebben we er een pak concurrenten bij. De Giro is nog maar net afgelopen en intussen is ook het Critérium du Dauphiné aan de gang. Daarbij komen nog Dwars door het Hageland en de Elfstedenronde, die ons een pak ploegen en renners kosten. Het is een moeilijke strijd. We moeten extra ons best doen om een mooi deelnemersveld te verzamelen. Het is voor ons zaak om te laten zien dat we een goede koers zijn. In die optiek pakken we uit met heuse spurtlanen.”
Wel of geen proloog?
Dat de spurters ook de komende jaren vol aan de bak kunnen in de ZLM Tour, staat buiten kijf. Vraag is wel of de proloog een blijver is. De teams bleken vragende partij te zijn, maar er staat nog niets vast. “Onder meer Jumbo-Visma wil graag met een tijdrit van start gaan. Voor hen is dat een belangrijk aspect, zeker in functie van de grote ronden”, duidt De Kok. “Sportief vormt deze proef zeker een meerwaarde, want je creëert meteen kleine tijdsverschillen. Mooi is ook dat de spurters in staat zijn om op die korte afstand een scherpe tijd neer te zetten waardoor ze uitzicht blijven behouden op een prima eindklassement.”
“Bij het tijdrijden is er anderzijds wel een andere spanningsboog”, vervolgt Martin de Kok. “Het zien voorbij denderen van het peloton in een rit is dan net weer spannend voor het publiek. We zullen een grondige evaluatie doen, met de belangrijkste partijen waaronder de gemeenten en ploegen. Vorig jaar deden we ook al een enquête na afloop. Daarbij kwamen niet alleen sportieve elementen maar ook aspecten als overnachtingen aan bod. Bedoeling is om onze organisatie naar een hoger niveau te tillen.”
Opmerkelijk is dat de proloog werd betwist in Heinkenszand in Zeeland. “Dat is inderdaad geen grote plaats, maar deze wielergemeente is wel heel erg betrokken bij onze organisatie. In 2019 kwam daar al een etappe aan. Zo’n goede samenwerking betekent veel voor ons. Trouwens, we moeten niet per se in Amsterdam finishen. We willen met onze koers net naar het volk toegaan.”
Van ZLM-succes naar gele trui
“Daags nadien was ook de aankomst van de 1e etappe in lijn in ’s-Herenhoek (dat net als Heinkenszand deel uitmaakt van Borsele) een succes. Daar draaide het overigens niet uit op een sprint. Mede door de wind. Enkele vluchters konden het peloton verschalken. Ook dat was mooi”, vindt De Kok.
Maar het is duidelijk dat de organisatoren van de ZLM Tour deze week dromen van duels tussen Mark Cavendish, thuisrijder Olav Kooij en Sam Welsford. “Het woord is aan de sprintersploegen. Ze krijgen volop kansen om hun spurttrein te testen. Onze landgenoot Cees Bol stoomt zich hier met Mark Cavendish klaar om het dagsuccessenrecord van Eddy Merckx in de Tour te verbeteren. Onze koers kan de basis zijn voor een stukje wielergeschiedenis.”
“Het doet me denken aan Mike Teunissen in 2019. Vooraleer hij in Brussel met zijn ritzege de gele trui veroverde, was hij bij ons aan het feest. Ook Caleb Ewan en Dylan Groenewegen lieten hier van zich spreken vooraleer ze schitterden op Franse wegen. Laatstgenoemde was er trouwens graag bij geweest, maar zijn ploeg had andere plannen.”