Jasper Philipsen heeft zich met 5 sprintzeges op rij definitief gesetteld tussen de succesvolste Belgen in de Tour. 22 landgenoten deden nog beter, maar gezien de jeugd van ‘de Vlam van Ham’ is het niet ondenkbaar dat hij zijn zegereeks nog verder uitbreidt dit jaar en het komende decennium. Wie waren die Belgen die in hun tijd zo succesvol waren in La Grande Boucle? Vaak hadden ze snelle benen, al zitten er ook andere kanonnen tussen.

De Kannibaal
Natuurlijk kan je in dergelijke overzichten nooit voorbij Eddy Merckx. Met dank aan Mark Cavendish weet iedereen tegenwoordig dat de Kannibaal maar liefst 34 ritten won in de Tour, evenveel als de Britse wielerlegende. Waar Cavendish het altijd in een massasprint deed, was Merckx natuurlijk een allrounder. Philipsen was vorig jaar in Carcassonne 24 jaar bij zijn 1e ritwinst, net als Merckx in 1969. Hij schoot toen voor het eerst raak op de Ballon d’Alsace, waar hij ook het geel veroverde. In 1975 was het voor de laatste keer prijs in een tijdrit naar Auch.
Lippe
Na Eddy komt Freddy. Toen de ene gestopt was met winnen, begon Maertens aan zijn indrukwekkende erelijst in de Tour. Hij won in totaal 15 ritten en dat deed hij in amper 3 edities. Vooral in 1976 was hij niet te stoppen. Hij won meteen de proloog en de openingsetappe en bleef winnen tot in Parijs. Dat gebeurde in een individuele tijdrit, waarin hij Zoetemelk klopte. Ook tegen de klok, zeker over korte afstanden, was Lippe een kanjer. Dat jaar won hij 8 etappes en de groene trui, om enkele weken later in Ostuni ook nog eens wereldkampioen te worden.
Maertens won in 1978 opnieuw 2 etappes en beleefde in 1981 wederom zo’n weergaloos seizoen. Ook toen won hij meteen in Nice en ook op het einde in Parijs. Opnieuw werd hij dat jaar in Praag wereldkampioen. Het was zijn laatste wapenfeit in een rijkgevulde carrière. In de ‘all time-ranking’ pronkt Maertens daardoor op de 12e plaats na een delegatie Fransmannen en Luxemburgers. Na hem konden enkel Cavendish en Hinault zijn aantal nog overstijgen. Marcel Kittel bleef met 14 ritzeges net onder Maertens.
De Vlaamse bulldog
In dezelfde periode als Merckx won ook Walter Godefroot 10 ritten in de Tour. Hij was al begonnen met winnen in 1967 en won net als Merckx zijn laatste rit in 1975. De puntenkoning van 1970 was er specialist in om quasi elk jaar wel zijn ritje mee te pikken, al zou hij nooit de grote slokop in een ronde worden. Godefroot is vandaag 80 jaar en nog steeds helder van geest. Onlangs gaf hij aan dat hij kampt met Parkinson.
Tom Steels
De razendsnelle Tom Steels zorgde voor licht in de duisternis in jaren waarin België in het wielrennen niet veel voorstelde. Hij won tussen 1998 en 2000 maar liefst 9 etappes voor Mapei. Het was de tijd van Erik Zabel, dus een groene trui leverde dat nooit op. In 2000 gaf hij op onderweg naar de Mont Ventoux. Steels zou nog wel terugkeren naar Frankrijk, maar nooit met veel succes.
Wout van Aert
Steels won dus 9 ritten en dat zijn er tot op vandaag evenveel als Wout van Aert, die natuurlijk niet alleen sprints won, maar ook een etappe over de Mont Ventoux en tijdritten. Zijn geweldige vormpeil doet verhopen dat ook hij nog in het rijtje met renners in de dubbele cijfers komt. Inmiddels won Van Aert 4 jaar op rij minstens een rit in de Tour. Zijn verhaal begon in Albi, toen Elia Viviani met een verbaasd gezicht naar de winnaar naast hem keek en de Belgische alleskunner zag juichen.
Tornado Tom
Naast Philipsen en Van Aert was er deze eeuw natuurlijk ook al Tom Boonen. De Kempenaar had een haat-liefdeverhouding met de Tour. Hij won in 2004 2 etappes en in zijn magische 2005 herhaalde hij dat kunstwerkje. Hoewel hij een jaar later in het geel kon rijden, werd het toen al een moeilijker verhaal. Gelukkig keerde Boonen nog 1 keer succesvol terug. In 2007 won hij 2 ritten en het groen. Daarmee was zijn werk in Frankrijk af. De Kempenaar heeft in Philipsen nu een ware opvolger gevonden.
Monsieur Bordeaux-Paris
Philipsen zit dus aan 5 ritzeges, net als onder meer Frank Hoste en Eric Vanderaerden. In het rijtje met winnaars van 5 ritten zit ook Herman Vanspringel en dat is wel een bijzonder verhaal. Monsieur Bordeaux-Paris overleed op 25 augustus en wordt een hele Tour lang geëerd. Aan zijn monument in Grobbendonk worden deze maand groene wielertruitjes opgehangen door oud-collega’s. Zo kwam zijn voormalige rivaal Jan Janssen al naar de Kempen om er een eerbetoon uit te brengen aan Vanspringel.
Vooroorlogse helden
We zijn in de Belgische ranking eventjes voorbij Philippe Thys en Jean Aerts gefietst. Met respectievelijk 13 en 12 ritzeges waren ‘De Basset’ en ‘De Brummel van de Fiets’ eveneens prijsbeesten. Zij behaalden hun successen in de jaren ’10 en ’20 (Thys) en de jaren ’30 (Aerts) van de vorige eeuw en behoren tot de beste vooroorlogse Belgen die ons land ooit gekend heeft. Thys won in 1913, 1914 en 1920 zelfs de Tour. Niemand zal weten waar hij zonder Wereldoorlog I ooit was gestrand.
Ook Sylvère Maes (9), Eloi Meulenberg (9), Louis Mottiat (8), Marcel Buysse (6 ritzeges, allemaal in 1913), Marcel Kint (6), Firmin Lambot (6) en Félicien Vervaecke (6) wonnen al hun etappes voor de Tweede Wereldoorlog. Recenter succes was er voor Lucien Van Impe (9), Ward Sels en Rik Van Looy (beiden 7 ritten), Fred De Bruyne (6), Guido Reybrouck (6), Patrick Sercu (6) en Martin Vangeneugden (6).
Philipsen zit met 5 ritzeges dus al tussen de groten, al is zijn honger ongetwijfeld nog niet gestild. Dat hij samen met Van Aert volop jaagt op de top 10 succesvolste Belgen in de Tour, toont aan in welke weelde België zich momenteel bevindt.