Bij Uitgeverij Atlas Contact verscheen een nieuw wielerboek van Lidewey van Noord. In ‘Verhalen uit de volgwagen’ heeft de Nederlandse journaliste het over legendarische ploegleiders genre Peter Post en José De Cauwer, schetst ze de manieren waarop sportdirecteurs proberen renners aan een overwinning te helpen en hoe ze omgaan met nukkige kampioenen. Een korte bloemlezing uit het hoofdstuk ‘Klein en groot bedrog’.
Bedrog
‘Ook in de allergrootste wedstrijden spelen zich soms scenario’s af waarbij wielervolgers de wenkbrauwen optrekken. Een bekend voorbeeld daarvan is de finale van de wegwedstrijd op de Olympische Spelen in Londen in 2012. De Colombiaan Rigoberto Urán en de Kazach Aleksandr Vinokourov strijden samen om goud. In de laatste honderden meters kijkt Urán eerst naar rechts, waar hij Vinokourov ziet rijden, en vervolgens heel lang naar links, waar niemand rijdt.’
‘Net op het moment dat Urán een uitgebreide studie maakt van het grote niets aan zijn linkerkant, zet Vinokourov rechts van hem de sprint in. Urán reageert zeer traag en wordt 2e. Een volkomen ongeloofwaardig toneelstuk, aldus de wielerwereld. Vinokourovs naam dook ook op in een andere corruptiezaak: de vermeende omkoping van de Rus Aleksandr Kolobnev om de winst in Luik-Bastenaken-Luik in 2010. In 2019 werden Vinokourov en Kolobnev vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Urán heeft altijd ontkend dat Vinokourov hem heeft betaald.’
‘De voorbeelden hierboven betreffen renners die onderling afspraken maken, maar ook op ploegleidersniveau is er wel eens geritsel achter de schermen. In de Tour van 1997, bijvoorbeeld. Na de 17e etappe roept Jan Ullrich zijn ploegleider Rudy Pevenage bij zich op zijn hotelkamer en vertelt hem dat hij last heeft van ademhalingsproblemen. Hij ziet op tegen de 18e etappe met 4 cols van 2e categorie.’
Pinarello
‘Pevenage beseft dat Ullrich hulp nodig heeft. De ploeg is op dat moment niet in topvorm: Bjarne Riis heeft last van zijn spijsvertering, de rest mist de vereiste klimmersbenen. Bovendien hebben Ullrichs grote concurrenten, de Festina-mannen met kopman Richard Virenque, al door dat het niet goed met hem gaat. Ze willen in de laatste bergrit een offensief ontketenen om Virenque in het geel te krijgen. Pevenage besluit de hulp in te schakelen van fietsensponsor Fausto Pinarello.’
‘Hij belt hem op. ‘Het was al middernacht, maar Fausto begreep goed dat wij de Tour weer wilden winnen. Hij begreep ook dat dat dan wederom op een Pinarello-fiets was. Hij was niet gek en wist dat die kans met Jan heel groot was. […] De Tour moest gewonnen worden op een Pinarello, want dat zou hem geen windeieren leggen. Ik had mijn verhaal gedaan, nu was Fausto aan zet.’
‘De volgende dag begint Festina vanaf de start aan het offensief. Ullrich heeft het zwaar, zoals hij al had voorspeld. Dat is het moment waarop zijn helper Udo Bölts, die niet van de gezondheidsproblemen van zijn kopman op de hoogte is, zich laat afzakken en ‘Quäl dich, du Sau!’ naar zijn kopman roept, woorden die legendarisch worden omdat een Duitse reporter ze toevallig opvangt. Ondertussen verliezen Ullrich en Bölts een minuut op Virenque, maar Festina rijdt al de hele dag en de andere concurrenten springen maar niet bij om Ullrichs klassement in de vernieling te rijden.’
Frank VDB
‘Sterker nog: 2 ploegen doen actief hun best om het plan van Festina te frustreren. 1 van die ploegen, Banesto, met kopman Abraham Olano, rijdt niet geheel toevallig op Pinarello-fietsen. De andere is Marco Pantani’s ploeg Mercatone Uno. Pevenage laat optekenen: ‘Over de ploeg van Pantani heb ik met Fausto niet gesproken, zij reden op een Italiaanse Wilier, ik denk een goede bekende van Fausto.’ Ullrich kan in de afdaling weer aansluiten en redt zo zijn Tour, die hij wint met een voorsprong van ruim 9 minuten. In de laatste tijdrit betaalt hij Olano terug voor de hulp en gunt hem de overwinning, volgens Pevenage ‘zoals tijdens het gesprek was afgesproken met Fausto Pinarello’.
‘In de Vuelta van 1999 weet Pevenage opnieuw een deal te sluiten, deze keer met Frank Vandenbroucke, een renner van een andere ploeg met wie hij bevriend is. In het hooggebergte kan de ploeg hun kopman Ullrich in de rode trui niet bijstaan en daarom maakt Pevenage voor de rit naar Ávila een praatje met Vandenbroucke. ‘Ik wilde hem overtuigen Jan te helpen en dat wilde hij: “Zeg tegen Jan dat hij goed in mijn wiel blijft. Ik zal hem daar brengen waar hij moet zijn.”’ Vandenbroucke won de rit naar Ávila en reed alle Spaanse concurrenten de vernieling in. Ullrich kon zijn wiel tot boven houden en behield de leiderstrui.’
‘Pevenage: ‘De overeenkomst die ik met Frank had was heel eenvoudig, het ging niet om een geldvergoeding, wel om een wederdienst. Op de zondag van het wereldkampioenschap in Verona, iets verder in het seizoen, zou Jan – uiteraard rekening houdend met zijn Duitse ploegmaats – zijn kansen opofferen voor Frank.’ Van terugbetaling kwam uiteindelijk niets, omdat Vandenbroucke op het WK in de 1e ronde ten val kwam en zijn pols brak.’
Meer straffe verhalen uit het boek van Lidewey van Noord vind je hier!