Nils Verheyen (21) uit Kontich heeft de afgelopen 3 jaar in zijn koerscarrière niet de meest aangename ervaringen gekend. Het is letterlijk een kwestie van vallen en opstaan geweest, waardoor hij nog niet de gewenste vooruitgang heeft geboekt, noch zijn volledige potentieel heeft bereikt en ontdekt. Nils, renner bij Urbano-Vulsteke, is de jongere broer van WielerVerhaal-redacteur Maarten Verheyen, die ook Belgisch vicekampioen is bij de Elite 2 en in 2024 voor de wegploeg van Baloise-Trek Lions rijdt. Maarten mocht dus de vragen stellen.
Maarten: Je hebt nu 3 van de 4 seizoenen als U23-renner achter de rug. Welk gevoel overheerst momenteel bij jou?
Nils: “Ik heb nu al wat vooruitgang geboekt, zij het nog niet zoveel als ik zou willen. Dat komt onder meer door verschillende valpartijen. In het 1e seizoen had ik niet al te hoge verwachtingen, mede doordat ik had gehoord dat dit de grootste overstap binnen de jeugdcategorieën is. Achteraf gezien kan ik niet klagen, ik heb mijn verwachtingen kunnen waarmaken. Ondertussen gaan de kermiskoersen al veel beter, deels door mijn vorm en conditie die met de jaren is verbeterd. Ook op het gebied van koersinzicht ben ik gegroeid, vooral naar het einde van dit seizoen toe. In grote wedstrijden bevind ik me vaak in juiste stelling, maar viel ik ook vaak letterlijk en figuurlijk uit koers.”
Als junior reed je voor Spiderking Soenens U19, samen met onder meer Bodi del Grosso en Axel van der Tuuk, die inmiddels straffe resultaten hebben behaald. Hoe kijk je daar op terug?
“Als junior heb ik zeker veel van hen geleerd. Ik merkte wel het niveauverschil, doordat zij iets sterker waren. Maar door met hen te trainen, heb ik dat jaar ook zelf een stap vooruit gezet. Die zomer kon ik veel actiever koersen en zat ik doorgaans frisser in de finales. Bovendien was het leeftijdsverschil bij de junioren niet zo groot, wat het in vergelijking met de U23 en Elite 2 makkelijker maakte om mee te schuiven. Het gaat nu al aanzienlijk beter, maar ik heb wel nog een paar jaar nodig om volledig tot mijn recht te komen.”
Hoe hard heeft corona alles beïnvloed voor jou?
“Het grootste probleem was dat er bij de junioren destijds erg weinig grote wedstrijden waren. Dat heeft mijn overgang van junioren naar de U23-categorie wel serieus bemoeilijkt. Het verschil in afgelegde kilometers was aanzienlijk. In mijn 1e jaar als belofte viel het met de impact nog wel mee, omdat we in juni konden beginnen met koersen. Dat maakte ook de start van mijn 1e jaar Kinesitherapie wat eenvoudiger. Ondanks het gebrek aan wedstrijden en het vele trainen, besefte ik dat mijn passie voor de fiets nog steeds heel groot is, zelfs na meer dan 10 jaar competitie.”
Ook de voorbije 2 jaar heb je ondanks de gewone wedstrijdkalender niet bijzonder veel gekoerst. Wat is daar de oorzaak van?
“De afgelopen 2 seizoenen ben ik helaas 3 keer behoorlijk hard ten val gekomen, telkens tijdens cruciale periodes met veel wedstrijden waarop ik mijn vorm had afgestemd. Het missen van verschillende koersen heeft mijn vooruitgang beperkt en mijn progressie vertraagd. Vooral na mijn laatste crash aan het begin van het seizoen 2023 heb ik lang stilgelegen met een sleutelbeenbreuk. Pas in juli kon ik weer aansluiten. Net toen ik weer klaar was om te koersen eind mei, begon mijn examenperiode.”
“In 2021 wilde ik mijn zomerseizoen beginnen zonder herexamens, en bouwen op mijn 1e seizoenshelft. Tijdens de 1e wedstrijd, de Omloop Het Nieuwsblad, sprong mijn tubeless band van de velg nadat ik lek reed op de Paddestraat. Ik zat in een goede positie maar liep een polsbreuk op, wat geen ideale start was voor de 2e helft van het seizoen waar ik naartoe had gewerkt. Ongeveer 2 maanden later was ik weer aan het koersen, maar helaas kwamen 2 renners vlak voor mij ongelukkig met elkaar in botsing, waardoor ik hard ten val kwam. Mijn helm raakte flink beschadigd en ik liep een stevige hersenschudding op, wat resulteerde in weinig wedstrijden voor de rest van het seizoen. En zo begon ik aan mijn 3e jaar met bitter weinig wedstrijden.”
Welke lessen trek je uit de afgelopen 3 jaar en welke veranderingen maak je richting komend seizoen 2024 om beter voor de dag te komen
“In de 1e helft van het seizoen wil ik graag meer wedstrijden rijden. Ik heb gemerkt dat ik snel vooruitgang boek als ik veel wedstrijden rijd, maar helaas is het dit seizoen wat verkeerd gelopen. Vanwege het beperkte aantal wedstrijden in het begin van het seizoen zal het niet erg makkelijk zijn. Dus zal ik af en toe naar Wallonië moeten gaan om wat extra kilometers te maken.”
Zijn er bepaalde mensen die je graag meeneemt of regio’s die je verkiest voor je trainingstochten ?
“Hoewel de directe omgeving niet héél aantrekkelijk is, biedt de centrale ligging de mogelijkheid om snel andere regio’s te verkennen. Verschillende ploeggenoten en voormalige teamgenoten wonen rondom Leuven, waarmee ik kan afspreken en samen langs het kanaal kan rijden. Samen met mijn vaste trainingsgenoot Wiebe Snijders verken ik vaak nieuwe gebieden, zowel op de weg als in het veld. Tussen ons is er zelden stilte, wat de trainingen plezierig maakt. Tot slot is er mijn broer Maarten, jij dus (lacht), met wie ik voornamelijk in de Noorderkempen fiets. Dat is onze favoriete trainingsomgeving vanwege de prachtige omgeving en de betere fietsinfrastructuur.”
Wat zijn je doelen voor je laatste jaar als U23-renner en hoe zie je je sportieve carrière verder evolueren?
“Ik heb altijd gedroomd, en dat doe ik nog steeds, van een carrière als professioneel wielrenner. Ik ben me echter bewust van de realiteit dat dit voor slechts weinigen is weggelegd. Toch zou ik graag een stap hogerop willen zetten binnen de wielersport, al ben ik Urbano-Vulsteke dankbaar voor de kansen. Als het niet mogelijk blijkt te zijn om prof te worden, zal ik mijn passie voor de sport behouden en actief blijven in de wielerwereld. Dat zal ik combineren met mijn studie of werk als kinesitherapeut. Welke rol ik dan precies ga vervullen en bij wie of waar, dat zal de toekomst wel uitwijzen.”