In 2021 had Wout van Aert misschien wel de Superstrijdlust moeten krijgen in de Tour. Hij stond voor de Arc de Triomphe uiteindelijk ook op het podium met dank aan etappewinst, maar het was wel de Fransman Franck Bonnamour die tot strijdlustigste renner werd verkozen. Bijna 3 jaar later is zijn wereld ingestort: na het overtreden van de antidopingregels werd hij door zijn ploeg Decathlon AG2R La Mondiale op straat gezet.
Wielergenen
Bonnamour is kind van de geweldige generatie van Mads Pedersen en Mathieu van der Poel. In 2012 streed hij samen met die 1e om de eindzege in Liège-La Gleize en werd hij daar 2e in het eindklassement. Een jaar later werd de Fransman Europees kampioen in het Tsjechische Olomouc, wat hem meteen ook een contract opleverde bij Brest Iroise Cyclisme. Nog in zijn 1e jaar als belofte mocht hij zijn debuut maken bij de profs.
De wielergenen heeft Bonnamour geërfd van zijn vader. Yves was een uitstekende belofte en won in 1990 ook de Route du Sud. Toch zou het daar voor hem bij blijven. Ook Francks moeder, Christine Gourmelon, was een tijdje wielrenster en reed in 1984 zelfs de Tour de France Féminin. Zijn neef Romain Le Roux was korte tijd prof bij Arkéa Samsic maar zou nooit bijzondere resultaten laten noteren.
De inwoner van de Côtes-d’Armor kende geen aanpassingsproblemen en draaide als tiener al vlotjes mee in de GP de Wallonie, waarin hij 18e werd. De Franse beloftentitel moest hij nog laten aan Hugo Hofstetter, maar in de zomer van 2015 volgde een nieuwe stage bij Bretagne-Séché Environnement en vervolgens werd Bonnamour prof bij het continentale Fortuneo, waar hij ploegmaat werd van ene Boris Vallée.
Aanvaller
Het duurde zijn tijd voor Bonnamour zijn doorbraak bij de profs forceerde. In 2019 werd hij 2e in de Tour du Doubs na Stefan Küng, maar het was pas in de bewuste Tour van 2021 – als renner van het bescheiden B&B Hotels – dat het grote publiek hem leerde kennen. Zijn Tour was wel echt indrukwekkend. 4 keer eindigde Bonnamour bij de eerste 9 in de rit.
De aanvaller maakte deel uit van de goede vlucht richting Le Creusot (6e met Mohorič als winnaar), Tignes (5e met O’Connor als winnaar), Andorra La Vella (9e met Kuss als winnaar) en Saint-Gaudens (5e met Konrad als winnaar). Daarmee maakte hij indruk op alle volgers. Zijn goede vorm zette hij dat seizoen lang door. Er volgden nog een 2e plaats in de Tour du Limousin en vooral de 2e plaats in Parijs-Tours na een sprint met Démare, Stuyven en Dewulf. Logischerwijze beloonde het team Franck Bonnamour met een verbeterd contract.
Met zijn 1e profzege in La Polynormande was 2022 eveneens een succes, al had hij zijn 2e plaats in Parijs-Nice graag voor een ritzege geruild. Ook in de Tour waren zijn aanvalspogingen niet zo succesvol als in 2021, maar toen B&B Hotels aan het einde van het seizoen niet verder kon, stond AG2R Citroën klaar om hem op te vangen.
Wat nu?
2023 was zeker niet het seizoen waar Bonnamour op had gehoopt. Dat had veel te maken met de pech die hij had in de Tour des Alpes Maritimes et du Var. Daar brak hij half februari zijn voet en dat zorgde ervoor dat hij maanden aan de kant stond. Hij trok wel op trainingskamp naar Corsica, maar zou nooit meer de topvorm halen van in 2021.
Na de Tour Down Under liep Bonnamour tegen de lamp nadat in zijn biologisch paspoort waarden werden vastgesteld die danig schommelden. Het leidde deze week tot zijn ontslag bij Decathlon AG2R La Mondiale. Op Instagram bedankte hij kort alle mensen die hem steunden bij deze zware beslissing, maar het is wel duidelijk dat de Fransman uit Lannion dik in de problemen zit.
Een jaar na Franck Bonnamour won Wout van Aert alsnog de Trofee van Superstrijdlust in de Tour. Met Victor Campenaerts kreeg hij vorig jaar zelfs een opvolger. Met hun voorgangers ging het minder goed. Marc Hirschi vond nooit meer de benen terug van 2020 en ook Alaphilippe denkt met heimwee terug aan de conditie die hij in 2019 had. Mogelijk vindt Decathlon AG2R een oplossing in eigen rangen, want binnen de beloftenploeg zitten er enkele enorme talenten die de plek van Bonnamour kunnen innemen. Denk maar aan Noa Isidore en veldrittalent Léo Bisiaux. Het is maar de vraag of we Bonnamour ooit nog in het peloton zullen terugzien.