Zondagochtend rond een uur of 10: ik ben net klaar met aan mijn fietsen te sleutelen en zit even op bed te rusten. Mama komt mijn kamer binnen: “Goed dat je aan het rusten bent. Want ik denk niet dat Mathieu van der Poel de ochtend voor een kampioenschap zelf nog aan zijn fiets bezig is.” Ik lach. “Was dat maar het enige verschil tussen MVDP en mezelf…” Maar ik denk niet dat hij met schoolwerk bezig is de dag voor de koers. Ach ja, en de koers in kwestie, dat is het Provinciaal Kampioenschap Tijdrijden in Limburg.
Anaëlle Ströker
Tijdrijden blijft een speciale discipline. Een half uur vechten met jezelf, de grenzen uittesten van wat je kan, zowel mentaal als fysiek als technisch. Een zoektocht naar de ideale combinatie van zo aerodynamisch mogelijk op de fiets liggen en toch nog hard op de pedalen kunnen duwen. En dan die wetenschappelijke ontwikkelingen erachter. Ik vind het prachtig. In theorie dan toch, in praktijk is het gewoon keihard afzien.
De parcoursverkenning in de ochtend sla ik over. Het rondje op het circuit kan ik doen met mijn ogen dicht en voor die kegels in het midden ga ik geen 5 uur eerder naar Zolder. In plaats daarvan pak ik mijn koffers om straks weer naar Leuven te gaan. Rond kwart voor 1 gaan ook de fietsen in de auto en dan is de wedstrijddag begonnen.
Als eliterenster koers ik niet veel in Limburg. Wanneer dit dan wel het geval is, en zeker als mannen en vrouwen allebei starten, kom ik ineens heel veel bekend volk tegen. Terwijl ik mijn nummer ophaal, maak ik een babbeltje met de mensen van mijn allereerste ploeg. Daarna rij ik samen met Anaëlle Ströker – mijn ploeggenootje uit Vlaams-Brabant, die hier ook haar PK rijdt – langs de hekken. We bespreken de bochten, hoe de wind staat en we bekijken hoe de rensters de keerpunten nemen. Zaken die nu details lijken maar straks belangrijk zullen zijn.
3, 2, 1, start!
Intussen is dat 1e uur voorbij gevlogen en kruip ik op mijn rollen voor de opwarming. De juiste playlist is hierbij cruciaal. Wie vaker op de rollen kruipt, kan zich er misschien wel iets bij voorstellen, voor de anderen: een stevige beat, bekende teksten en hier en daar een beetje marginaliteit. Turbo-time! Tijdens mijn opwarming komen ook mijn 2 supporters aan. Op het circuit mag er geen auto volgen en is de ruimte om te supporteren beperkt, maar toch zullen zij me helpen om alles uit de kast te halen.
Hoe dichter we bij de start komen, des te hoger worden mijn stressniveaus. Met trillende handen sta ik aan de start. “Nog 30 seconden”, ik mag in mijn pedalen kruipen en me volledig in de zone onderdompelen. Ik kijk naar beneden en besef dat ik iets te zwaar geschakeld sta. Jammer, dat is nu te laat. “5, 4, 3, 2, 1”, ik ben vertrokken! Vanaf nu is het ik tegen de wind. Om het met de woorden van Yevgueni te zeggen: “’t Is je kop tegen je lijf”.
Onderweg kruis ik de tegenstand. Op deze manier probeer ik een beetje een overzicht te krijgen van hoe ik rijd tegenover de rest. De benen voelen niet super, maar het is ook al heel lang geleden dat ik nog een tijdrit gereden heb. Hoort dat er niet altijd bij? Aan het einde van de 1e ronde haalt Esmee Gielkens, mijn concurrente van Lotto Dstny die een minuut later gestart is, me in. Geen goed teken maar ik probeer me te herpakken. Ik ben nog steeds maar halfweg. Zo lang mogelijk probeer ik om haar binnen gezichtsafstand te houden en als mikpunt te gebruiken.
Alles leeg gereden
Na de finish besef ik al heel snel dat het niet goed was vandaag. De cijfers liegen niet: record hartslagen maar zwakke wattages. Een old school slechte dag dus. Al blijft er ook net als bij elke tijdrit dat knagende gevoel: had ik toch niet een halve seconde sneller gekund? Was ik wel degelijk helemaal leeg? Maar een tijdrit is eerlijk. Ik kan me niet wegsteken achter een slechte positionering, een gat dat valt of een verkeerd koersverloop. Het resultaat is volledig mijn eigen verantwoordelijkheid. Ik moet me er dus (letterlijk) bij neerleggen.
Waar ik me niet bij wil neerleggen: de podiumceremonie. Voor Vlaams-Brabant werden de top 3 op het podium geroepen, was er een medaille uitreiking en een foto met de official van Cycling Vlaanderen. Onze Limburgse kampioene kreeg langs de kant van de weg haar trui toegestopt. We zijn dan maar zelf op het podium gekropen voor een foto. Dus bij deze een oproep: Limburg, do better! Even het podium op voor een foto is echt niet zo een grote moeite en qua beleving maakt het een wereld van verschil.
Dat gezegd zijnde, was het een mooie dag, we hadden superveel geluk met het weer, ik heb veel oude bekenden teruggezien en we hebben allemaal immens afgezien. Een tijdrit zoals die hoort te zijn dus!