Carrièreswitch! Wim Vanhuffel (44) was de voorbije 10 jaar sportdirecteur bij het Oost-Vlaamse clubteam VDM-Trawobo. Eind vorig seizoen zaten hij en de clubleiding niet meer op dezelfde golflengte. Het kwam tot een breuk. Met 2 koersende zonen – Matteo (17) en Moreno (14) – blijft hij in het wielrennen. Hij engageert zich ook als mecanicien(!) bij het Soudal Quick-Step Devo Team.
Achterbank
Even Wim Vanhuffel voorstellen. Na enkele seizoenen Vlaanderen-T-Interim, de voorloper van het huidige Team Flanders-Baloise, stroomde hij door naar de ProTour. Hij verdedigde 4 seizoenen de kleuren van Lotto en verraste in de Dauphiné van 2005 door in de etappe naar de Ventoux 3e te worden en beter te klimmen dan Lance Armstrong, Floyd Landis en Levi Leipheimer. Even voordien sloot hij de Ronde van Italië, gewonnen door Paolo Savoldelli, als 11e af.
“Mijn laatste contractjaar was 2009”, herinnert Vanhuffel zich goed. “Toen reed ik bij het Oostenrijkse Vorarlberg-Corratec. Daarna bleef ik nog enkele jaren koersen, maar als eliterenner zonder contract. Zo doofde mijn carrière een beetje uit. Vermoedelijk heb ik een opvolger. Want Matteo, 2e jaars junior bij Onder Ons Parike, rijdt goed bergop. Hij doet veel internationale koersen en wil zich bewijzen om in 2025 als belofte bij een devo-team te geraken.”
Sinds kort kan de Oost-Vlaming, die in 2003 de Hel van het Mergelland (voorloper van de Volta Limburg Classic) op z’n naam zette, de weg wijzen. Op freelancebasis is hij, op vraag van teammanager Bart Roosens, aan de slag als mecanicien bij het Soudal Quick-Step Devo Team. Zo zat hij al in de volgwagen tijdens de Zuidkempense Pijl in Mol. Op de achterbank. Niet meer aan het stuur zoals de voorbije 10 jaar.
Trucker
“Er gaat geen dag voorbij of ik sleutel aan fietsen”, beweert Vanhuffel. “Met 2 koersende zonen is er wel wat werk. Moreno geeft voorrang aan het veldrijden. Dus ben ik de hele winter met zijn crossfietsen bezig. En tijdens het wegseizoen stel ik de fietsen van Matteo tegen het weekeinde in orde. Ik doe dat ook graag.”
Liever dan ploegleider spelen? “Het was plezant werken bij VDM-Trawobo”, geeft hij toe. “Maar de middelen van zo’n team zijn beperkt. Je kan de jongens vanuit de ploeg niets geven. Zodat je hen tot weinig kan verplichten. Iemand die zegt dat hij in een bepaald weekeinde niet kan rijden, kan je niet aan zijn oren trekken. Wie als belofte bij een devo-team koerst, heeft die verplichting wel. Daar is het koersen of je materiaal inleveren bij de ploeg.”
Als sportdirecteur van een clubteam is het werk ook nooit af. “Toen ik stopte met koersen, ben ik meteen ploegleider geworden”, aldus Vanhuffel, die om den brode ‘s nachts camionchauffeur is. “Bij een ploeg als VDM-Trawobo moet je zo goed als alles zelf regelen, ben je bijna voortdurend aan het telefoneren, moet je steeds communiceren met andere ploegleiders, papierwerk regelen, vervangers zoeken als iemand ziek afbelt, enzovoort. Je hebt geen 5 minuten rust, nooit is het werk gedaan.”
Jaizkibel
Dus kwamen de meningsverschillen tussen Vanhuffel en VDM-Trawobo niet helemaal ongelegen. Hij had al wat langer zin om iets anders te doen. Het is een opvallende carrièreswitch geworden. Als Lars Vanden Heede, Jelle Harteel of Viktor Soenens met een lekke band af te rekenen hebben, kan je voortaan Wim Vanhuffel uit de volgwagen zien springen om te depanneren.
“Het verschil met de rol van ploegleider is enorm”, benadrukt Vanhuffel. “Als mecanicien heb je enkel de dag van de wedstrijd werk. Dan moet je onder meer de fietsen klaarzetten. En als er niets gebeurt, heb je in de auto een hele rustige namiddag. Op langere termijn wil ik in deze rol groeien.”
Momenteel gaat Vanhuffels aandacht vooral naar z’n zonen. Tijdens het weekeinde van 20 en 21 april 2024 trok hij mee met z’n oudste naar Spaans Baskenland. Matteo werkte er de Gipuzkoa Klasika af en werd 13e in de eindstand van deze internationale 2-daagse. Papa maakte van de gelegenheid gebruik om te passeren op de Jaizkibel, de berg uit de Clásica San Sebastián die hij in 2006, 2007 en 2008 betwistte. “Matteo wil prof worden, dus ga ik hem dit jaar nog veel bijstaan en ging ik eens mee naar Baskenland”, besluit vader Vanhuffel. “Hopelijk kan hij volgend jaar naar een devo-team. Dan moet je er als ouder niet meer tussenhangen, zal hij meer zelf z’n plan moeten trekken.”