De mooiste fietsroute in het noordoosten van Tenerife kent intussen geen geheimen meer voor jullie (of heb je dit gemist?), en dus schuiven we onze aandacht even naar El Teide. De hoogste berg van Spanje, de hoogste vulkaan van Europa, de plaats waar de profs graag gaan trainen. De plaats waar Dirk De Wolf zijn hart verloor en waar je zelfs geregeld met hem op pad kunt om samen te zweten en om naar zijn duizenden verhalen te luisteren.
Valle San Lorenzo
Wielerliefhebbers die al eens op Tenerife zijn geweest, kennen wellicht de klim naar de Teide via Los Cristianos. Net na het kruispunt aan de autosnelweg begint de officiële klim, zeg maar het Strava-segment. Via Arona en Vilaflor rij je over de Caldera, de kraterrand, naar Boca Tauce, de mond van de duivel slash de ingang van de lavavelden. Daar volg je dan de weg voorbij het Parador-hotel, waar menig prowielrenner logeert, naar de voet van de liften. Het einde van deze klim.
Er is echter een prachtig alternatief. Die route is wat langer en brengt ons via de andere kant van de berg naar boven. Tegelijkertijd verkennen we een wat minder bekende weg: de TF-28. Die wordt door de lokale renners de autostrade genoemd en is tijdens weekends hun geliefde oefenterrein. Je kan die TF-28 wat vergelijken met de Vlaamse Ardennen: vlak met geregeld een serieuze helling. Of, hoe je hoogtemeters kunt rapen zonder veel te moeten klimmen. Daarvoor hebben ze ginder El Teide uitgevonden.
Onze rit start in Adeje, maar vervoegt ter hoogte van Los Cristianos het begin van de officiële Strava-route. We klimmen via Chayofa naar La Camella, waar de Strava-route afbuigt richting Arona. Wij volgen echter de TF-28 richting Valle San Lorenzo. De route klimt gestaag en na zowat 25 km zitten we al op 560 meter hoogte. Echt moeilijk wordt het niet, reken maar 4 tot 6%, met hier en daar een piekje tot 8%. Geregeld worden we al getrakteerd op een mooi uitzicht.
De drukte van het toeristische centrum hebben we intussen ingeruild voor het Tenerife van de gewone man. Na Valle San Lorenzo komen we voorbij Roque Jama, een bijzonder natuurgebied waar veel gewandeld wordt. In vroegere tijden werden op de flanken van de berg cactussen gekweekt waar een bijzondere luis welig teelde. De lokale bevolking trok er elke dag naartoe om de Cochinilla, insecten, te verzamelen en om te toveren tot een diepzwarte kleurstof. Die was erg geliefd door de Spaanse adel en een bron van inkomsten voor de arme bevolking.
Izaña
De weg slingert langs kleine en grote dorpjes, zoals Charco del Pino, richting Granadilla de Abona. In de verte zien we hoe op de luchthaven vliegtuigen toeristen aan- en afvoeren. Onder reusachtige plastic serres worden massa’s groenten geteeld, merken we. Het is een activiteit die broodnodig is als grote bron van inkomsten. In de volgende 44 km doorkruisen we Arico, Arico el Nuevo, Arico el Viejo, Fasnia en El Escobonal met tussenin wat kleine klimmetjes en afdalingen. Zo komen we in Güímar, bekend om zijn piramides. Wat later komen we bij het uitkijkpunt Don Martín, vanwaar we de hele Vallei van Güímar kunnen zien. Eenmaal voorbij dit uitkijkpunt, dalen we af naar Güímar. Een aantal kilometers geleden zaten we nog op 560 meter hoogte, maar Güímar ligt slechts 280 meter boven de zeespiegel.
In Güímar verlaten we ook de TF-28 en nemen we de TF-525. Vanaf nu gaat het haast alleen nog maar omhoog. De eerste stukken lopen nog vrij vlot met een hellingspercentage van rond de 5%. Maar in Arafo verandert de TF-525 in de TF-523, die ons naar het Teide National Park leidt. Het gemiddelde stijgingspercentage is 8,8% maar op sommige plaatsen geselen 20% de benen. Aan km 86 nemen we de TF-24 en de volgende 12 km klimt de route aan een stuk door tussen de bossen. Hier en daar duikt de Teide al op. Na goed 100 km bereiken we sterrenwacht Izaña, 1 van de hoogste punten van de route. Wat verder vervoegt de TF-21 onze route. Die vormt vanuit La Orotava de noordelijke klim. Op het kruispunt vind je een bar-restaurant en een bezoekerscentrum met informatie over de Teide.
Ondertussen is het landschap veranderd in een kale maar intrigerende woestenij. Kilometerslange lavavelden slingeren om ons heen en diepbruine kleuren worden afgewisseld met heldergele stukken. Boven dit alles torent de machtige Teide. Af en toe zien we een rookpluim ontsnappen uit de 3.718 meter hoge top. El Teide is nog steeds een actieve vulkaan. De laatste uitbarsting was in 1909 toen de Chinyero, enkele kilometers van de Teide verwijderd, de lucht op Tenerife een laatste keer vulde met asse en gloeiende lava.
Oude Caldera
Ondertussen hebben we ons hoogste punt op 2.315 meter hoogte achter ons gelaten en hebben we de afdaling ingezet. We komen voorbij de kabellift, die de toeristen tot net onder de top brengt. De top zelf is beperkt bereikbaar, per dag worden er maar 150 mensen toegelaten. Je dient je toelating dan ook tijdig aan te vragen op de website van het Teide National Park. Wat verder komen we voorbij het Parador de Cañadas del Teide. Hier verblijven het hele jaar door profrenners die op hoogtestage komen. Daar tegenover steken enkele scherpe pieken de hoogte in. Het zijn de overblijfselen van oude lavakanalen die nu als kathedralen in de lucht priemen.
Wat verder worden de rotsen plots groen van kleur. Tijdens de uitbarstingen kwamen deze mineralen aan de oppervlakte te liggen, met een schitterend spektakel tot gevolg. De weg duikt nu steil naar beneden. Wat verder vlakt het wat af, maar gedurende enkele kilometers maken we behoorlijk wat vaart. Aan onze linkerkant zien we de oude Caldera. Deze kraterrand bleef over van wat ooit eens een reusachtige vulkaan was van misschien wel 8.000 meter hoogte. Die implodeerde duizenden jaren geleden en vormde zo dit geografisch wonder.
Ondertussen zijn we weer naar goed 1.900 meter gefietst en aan het einde van de weg zien we hoe de Caldera verdwijnt. Maar meteen komen de klimmersbenen weer aan zet. Terwijl links en rechts de prachtige Tajinastes bloeien, slingert de weg zich aan 7 tot 8 % omhoog, richting Vilaflor. Heel wat planten die we zien, komen bovendien alleen hier voor. Weer klimmen we naar 2.200 meter hoogte om onze 2e top te bereiken. Met wat geluk krijgen we nu een schitterend spektakel te zien. In de namiddag durft er zich hier nogal eens een wolkendek samenpakken. Dat dekt als een sneeuwtapijt alles toe, terwijl wij boven de wolken van een prachtige zon kunnen genieten. De vele toeristen die langs de weg foto’s staan te nemen, zullen dit zeker beamen.
Snelle bochten
We dalen af richting Vilaflor. We zoeven door de dichte bossen, terwijl het schitterende wegdek de snelheid stevig laat oplopen. Soms is een regenjasje hier echter geen overbodige luxe. In Vilaflor volgen we de weg richting Arona. Eerst daalt die weg nog zachtjes, vervolgens een stuk sterker. Lange rechte stukken worden afgewisseld met scherpe haarspeldbochten, de remmen worden duchtig op de proef gesteld. Kort na Escalona stellen een serie haarspeldbochten onze stuurmanskunsten op de proef. Ondertussen zien we ook de kust weer opdoemen en worden we getrakteerd op enkele erg mooie uitzichten.
In Arona draaien we rechtsaf richting La Camella. Enkele lange en snelle bochten kruiden onze route, maar tegelijkertijd wordt het verkeer wat drukker. We volgen de weg richting Los Cristianos. Op enkele steile stukken loopt de snelheid opnieuw wat op, maar het drukke verkeer doet ons toch geregeld naar de remmen grijpen. Liever veilig aankomen dan een of andere KOM na te jagen. Daarvoor is deze rit te mooi. In Los Cristianos brengt de TF-481 ons weer naar Adeje. Moe, maar een schitterende rit rijker. Een rit die ons, ver weg van het toerisme, een andere kant van Tenerife heeft laten zien.
Download GPX Tenerife klimroute Adeje-Adeje – 180 km en 4.200 hm.