We trokken de laatste tijd al enkele keren richting Gent, om van daaruit met de fiets op verkenning te trekken. Gent is immers een leuke stad en heeft heel wat te bieden. Nadat we al richting Vlaamse Ardennen en Brugge trokken, kiezen we nu voor de noordzijde van Gent: het Meetjesland. Omdat onze vaste stek, het Van Der Valk-hotel, in het zuiden van Gent ligt, moesten we de stad doorkruisen. En dat viel zelfs veel beter mee dan gehoopt.
Moervaart
Onze keuze voor het Van der Valk-hotel is vrij duidelijk. De makkelijke bereikbaarheid, de ruime parking, de fietsvriendelijkheid en de snelle verbinding met de binnenstad zorgen ervoor dat we er graag terugkeren. Via brede fietspaden bereiken we al snel de oevers van de Schelde. De rivier doorkruist de stad en in het verleden speelde die een erg grote economische rol, wat leidde tot een aantal waterwegen die kriskras door de stad lopen. Waterwegen die ook nu nog voor een groot deel het gezicht van de stad tekenen.
Aan de oevers van die waterwegen wist het stadsbestuur een erg goed en uitgebreid fietsnetwerk te tekenen. Met brede fietspaden, fietsbruggen en fietsstraten kan de Gentenaar of de bezoeker erg snel en in alle veiligheid de stad doorkruisen. We geven grif toe dat we het aanvankelijk niet zo goed zagen zitten om tussen druk autoverkeer op een racefiets de stad te doorkruisen, maar we mogen zeggen dat Gent zich zeker mag profileren als fietsstad. Op onze route door de stad bewaren de weinige auto’s die ons pas kruisen, ruim afstand. De moeite op zich.
Ook het gedeelte door de haven is best te doen. Uiteraard raast het vrachtverkeer hier even langs je door, maar overal worden we door een hoge en dikke betonstructuur van de hoofdweg gescheiden. We rijden langs de fabrieken van Volvo en Honda en talloze andere bedrijven die voor een hoop werkgelegenheid zorgen. Na goed 20 km duiken we echter de natuur in en volgen we de Moervaart. Even moeten we over wat onverhard, maar dit stukje gravel nemen we er graag bij, want het blijkt het meer dan waard.
Europees beschermd
Kilometerslang volgen we de oude waterweg. Het 22,42 km lange kanaal gaat terug tot de jaren 1300 en verbindt het kanaal Gent-Terneuzen met de Durme. Het kanaal heeft vandaag nog weinig economische betekenis en wordt enkel door de pleziervaart gebruikt. De vallei van de Moervaart is Europees beschermd als onderdeel van het Natura 2000-project. De rust die dit natuurgebied uitstraalt, is prachtig. Watervogels, fazanten, konijnen, ze lopen je hier bijna voor de voeten. Ter hoogte van Wachtebeke slaan we af en trekken we richting Eeklo.
Geregeld zien we elementen in het landschap die de oorsprong van de naam Meetjesland verduidelijken. Grachten en kleine hagen bakenden vroeger de gronden af. Die grachten werden bij het afsteken van de turf rechtgetrokken voor de afvoer van het water en werden in oud-Nederlands ‘meetgoten’ genoemd. Meetjesland, dus. Maar wij zijn meer te vinden voor de alternatieve verklaring. Tijdens de doorreis van keizer Karel V verborgen de inwoners hun dochters uit angst voor de seksuele appetijt van de keizer. De keizer zag dan ook alleen oude vrouwen (meetjes) die zaten te spinnen voor hun deur. Dat zou bij de keizer de uitspraak ontlokt hebben dat dit het land was van de meetjes.
In Zelzate steken we het kanaal Gent-Terneuzen over en stevenen we richting Assenede. De geboorteplaats en thuis van de leading lady van het Belgische vrouwenwielrennen Lotte Kopecky. We nemen er de tot fietspad omgeturnde oude treinzate die Zelzate met Eeklo verbond. Het pad slingert door de natuur. We denken terloops aan de woorden van wieleranalist Dirk De Wolf, die enige tijd geleden tussen zijn kader hing toen hij een trainingstochtje afhaspelde in het spoor van Kopecky. “Amai, da’s een straffe madam”.
Dilemma
Wij verlaten echter het pad en trekken richting Boekhoute. Net boven Boekhoute flirten we een hele tijd met de Nederlandse grens. We rijden er op de dijken die honderden jaren geleden met de hand werden aangelegd om grond terug te winnen op de zee. Een blik op onze fietscomputer leert ons dat de Westerschelde hier niet ver vandaan ligt. Die krijgen we echter niet te zien. Via Watervliet en Sint-Jan-in-Eremo komen we aan de Leopoldsvaart, nog zo een van historie bol staande waterweg. Maar we staan voor een dilemma.
Het pad naast het kanaal is onverhard en kan bij nat weer modderig en glad zijn. Onze route leidt ook door het achterliggende krekengebied, maar wie het onverhard door de natuurpracht niet ziet zitten, kan de weg verder volgen tot in Bentille. Daar kom je op een T-kruispunt en neem je rechts. Wat verderop kom je zo weer op de route. Via Kaprijke en Lembeke gaat het richting Eeklo. Maar nu, bij onze verkenning, betekent dit dat we weer zuidwaarts trekken. En krijgen we te maken met 1 van de minder gezellige elementen van het Meetjesland: de wind. De uitgestrekte natuur wordt maar zelden onderbroken door bomen en hagen en dat maakt dat de wind vrij spel heeft. Of je nu in ene of gene richting rijdt, op zeker moment gaat de wind altijd in het nadeel blazen. Misschien daarom dat Lotte Kopecky zulke sterke benen heeft?
Via een kaarsrecht pad met de wind op kop rijden we naast de spoorweg richting Waarschoot. Heel even wordt de wind wat minder maar wanneer we richting Lievegem fietsen, komen we weer aan een allermooist stukje waar de wind weer pal op kop zit. Aan Beirtje volgen we de Lieve. Een mooi door knotwilgen afgezoomd riviertje. Zowat 7 km leidt ons naar de volgende kruising ter hoogte van Lovendegem. We zijn maar wat blij dat we eindelijk van richting mogen veranderen. Wie hier met de wind op kop heelhuids doorkomt, mag zich gerust een Beir noemen.
Citadelpark
We volgen nog even het kanaal Gent-Brugge in westelijke richting. Dit om aan de andere kant van het kanaal te kunnen komen. Aan deze zijde raast immers het drukke verkeer vlak naast het smalle fietspad. Aan de overkant ligt een brede en verkeersarme weg waar het heerlijk fietsen is.
Ondertussen naderen we Gent en weer merken we dat Gent een fietsvriendelijke stad is. Wanneer we de stadsgrenzen overschrijden, wordt de weg een heuse fietsstraat. En van die faciliteit wordt druk gebruik gemaakt. Zelden in een stad zoveel mensen op de fiets gezien. Een schitterend fietspad brengt ons naar het centrum van de stad, maar daar kiezen we ervoor om een wat moeilijkere route te volgen. Een route die ons naar het Citadelpark brengt. Het park dat het Kuipke huisvest. Een plaats beladen met zoveel wielergeschiedenis mogen we op onze route niet laten liggen.
Na nog wat draaien en keren komen we na goed 120 km weer aan het Van Der Valk Hotel Gent. Een verkwikkend drankje en een douche later hoeven we enkel nog maar onze benen onder de tafel te schuiven om de reserves weer aan te vullen. Ach ja, voor we naar bed trekken, roept nog even de stad. Je leeft maar 1 keer, toch?
Download GPX Van der Valk Hotel Gent Fietsroute Meetjesland – 120 km!