Mits kersvers Belgisch kampioen Wout Van Aert de Wereldbeker wint, mag België eind januari 7 veldrijders afvaardigen op het WK in Zolder. Met Van Aert zelf, Sven Nys, Kevin Pauwels, Klaas Vantornout en Tom Meeusen lijken 5 landgenoten zeker van hun selectie. Maar achter hen strijden evenveel revelaties van dit seizoen voor de overige 2 WK-tickets. Eén ding is duidelijk: de plaatsjes aan de startlijn in Zolder zijn bijzonder duur.
Voor de duidelijkheid: 5 toplanden, waaronder België en Nederland, mogen elk 6 renners afvaardigen naar het Wereldkampioenschap veldrijden. Dat aantal kan aangevuld worden met de winnaar van de Wereldbeker, de aftredende wereldkampioen en de kersverse Europees kampioen. Zoals de kaarten nu liggen mag Rudy De Bie een 7e soldaat mee in de strijd sturen door de leiderspositie van Van Aert in het Wereldbekerklassement. Maar als Van der Haar in de laatste twee manches onze nationale nummer 1 onttroont, staan er slechts 6 Belgen aan de start in Zolder.
Nederland daarentegen trekt sowieso met 8 man het veld in. De 6-koppige selectie wordt aangevuld met het startrecht van wereldkampioen Mathieu Van der Poel en Europees kampioen Lars Van der Haar. Luxe dus voor Nederlands bondscoach Johan Lammerts, die een brede selectie kan maken uit een kwalitatief minder sterk veld. Meer kopzorgen heeft Rudy De Bie. Door de sterke prestaties van vele youngsters afgelopen winter liggen meer renners dan ooit in de weegschaal voor een ticket.
Michael Vanthourenhout (22) – Marlux-Napoleon Games
Van alle sollicitanten is de jongste Vanthourenhout misschien wel de grootste kanshebber op een plaats in de nationale selectie. Met een derde plaats in Las Vegas eindigde de 23-jarige West-Vlaming al direct op het podium. Na kleppers als Van Aert en Nys, maar wel voor Van der Haar en Pauwels. Dat zijn rush richting de derde plaats geen toevalstreffer was, bewees Vanthourenthout de maanden daarop. 6e in Valkenburg, 4e op het EK, 3e in Essen en onlangs nog 4e in de lastige GP Sven Nys op nieuwjaarsdag. Een rijtje waarmee je kan uitpakken bij bondscoach Rudy De Bie, maar dat vooral ook bewijst dat de blonde neoprof een man is van verschillend allooi. Van de huidige generatie beloftevolle crossers is Vanthourenhout misschien wel degene die het dichtst aanleunt bij het duo Van Aert-Van der Poel. Tijdens de laatste WB-manche in Zolder eindigde de huidige beloftenwereldkampioen echter pas op een 18e plaats. Ziektekiemen gooiden toen naar eigen zeggen roet in het eten. Op het afgelopen BK eindigde Vanthourenhout nipt naast het podium.
Laurens Sweeck (22) – ERA Real Estate-Murprotec
Na een ronduit schitterend laatste jaar in de beloftencategorie, met winst in de eindstand van Superprestige en Bpost Bank Trofee én als kers op de taart de Belgische titel, trok Sweeck met heel wat adelbrieven richting de profs. Als nieuwbakken prof was het in zijn eerste wedstrijd meteen raak. In het Zwitserse Baden versloeg hij Philipp Walsleben en Francis Mourey, weliswaar renners van de tweede rij. Terug in België legde de Schriekenaar in de maanden daarop een opvallend constant parcours af. Top 5-noteringen bij de vleet, maar echte uitschieters zaten daar niet bij. Tot afgelopen weekend op het Belgisch kampioenschap in Lille. Sweeck bekroonde een ijzersterke wedstrijd met een verdiende zilveren medaille en zette daarmee zijn kandidatuur voor Zolder kracht bij. Extra voordeel: Sweeck rijdt voor het bescheiden ERA Real Estate – Murpotec en kan zich dus los van ploegbelangen schikken in het keurslijf van meesterknecht van eender welke kopman.
Toon Aerts (22) – Telenet-Fidea
Toon Aerts verkeert in de vorm van zijn leven. De hoogopgeschoten Kempenzoon liet zich voor het eerst opmerken in de ellendig zware moddercross op en rond het racecircuit van Spa-Francorchamps, waar hij 6e eindigde. Een knappe prestatie die hij een week later op de Citadel van Namen nog eens gladjes over deed. Aerts groeide naarmate 2015 op z’n einde liep. Op nieuwjaarsdag verbaasde de renner van Telenet-Fidea vriend en vijand door Nys in zijn eigen grote prijs ei zo na van de 2e plaats te houden. Niettemin zorgde de 3e plaats voor een mentale boost. Die goede flow leidde tot een schitterende zege in Leuven, waar hij met een ware one-man-show liet zien ook op minder lastige parcoursen zijn streng te kunnen trekken. Ook op het snelle BK-parcours deed Aerts het met een 5e plaats meer dan behoorlijk. Mocht het de week voor Zolder oude wijven regenen, is Aerts zeker een joker binnen het Belgische team.
Tim Merlier (23) – Crelan-Vastgoedservice
Waar Toon Aerts als joker geldt voor een zwaar WK-parcours, kunnen we hetzelfde zeggen over Tim Merlier op een kurkdroge ondergrond. De Oost-Vlaming is snel aan de meet. De snelste van het hele pak, volgens ploeggenoot Wout Van Aert. Een demonstratie van zijn vlugge benen kregen we te zien in Loenhout, waar hij van een grote groep de spurt won voor de 2e plaats. Sindsdien ijvert Van Aert voor Merliers aanwezigheid op het komende WK. Merlier zou zich dan volledig in dienst moeten stellen van zijn kopman. Een goede illustratie daarvan zagen we tijdens de afgelopen WB-manche in Zolder toen hij zijn kopman door een jour sans in extremis naar een 8e plaats gidste (en zelf 7e werd). Een generale repetitie voor 31 januari? Daarvoor blijft het afwachten in hoeverre de bondscoach rekening houdt met de wensen van de absolute patron. Vorig jaar was Merlier al dicht bij een WK-selectie, maar toen moest hij in laatste instantie thuis blijven na het opheffen van het startverbod voor Tom Meeusen.
Gianni Vermeersch (23) – Marlux-Napoleon Games
Net als vorig jaar stak Gianni Vermeersch in de drukke eindejaarsperiode zijn kop weer boven water. De renner van het vernieuwde Marlux-Napoleon Games reed in Loenhout een aandachtige wedstrijd, maar zag dat niet vertaald in een topresultaat. Enkele dagen later hetzelfde liedje op en rond de Balenberg in de GP Sven Nys. Meer dan een 6e plaats zat er telkens niet in. Toch is Vermeersch een vechter, die ook weet hoe je een ploegspel tactisch kan spelen. Bovendien heeft de temperamentvolle West-Vlaming één serieuze streep voor: hij stond vorig jaar al aan de start van het WK in Tabor. Hij weet dus wat het is om een wereldkampioenschap bij de grote jongens te betwisten. Vraag is echter in welke mate het akkefietje in Bredene een rol zal spelen in de beslissing van bondscoach De Bie (Vermeersch zou Nys en Merlier in de slotronde in de dranghekken hebben gereden, nvdr). Dat hij in tegenstelling tot anderen ook geen podiumplaatsen kan voorleggen, spreekt evenmin in zijn voordeel.
Fotomateriaal: Davy De Blieck.