Je kon de voorbije week op WielerVerhaal lezen dat voormalig Parijs-Roubaix winnaar Servais Knaven vol in het vrouwenwielrennen investeert (lees hier). Na zijn juniorenploeg komt er ook een opleidingsploeg met de beste 1e en 2e jaars beloften uit België en Nederland. Dat gebeurt voorlopig onder de naam APB, maar er wordt nog onderhandeld met een hoofdsponsor. 1 van de absolute blikvangers wordt de Belgische Shari Bossuyt, die de voorbije 2 jaar in België alles aan flarden reed bij de junioren.
De geboren Kortrijkzaanse werd in die 2 jaar bij de juniores – 2017 en 2018 – Belgisch kampioene op de weg én 2 keer Belgisch kampioene tijdrijden in haar categorie. Bovendien schopte ze het al behoorlijk ver op de baan – zo reed ze in het voorjaar nog het WK ploegkoers in Apeldoorn aan de zijde van Jolien D’hoore (lees hier). Ook al was dat ‘maar’ als vervangster van Lotte Kopecky, het zegt veel over de pas vorige maand 18 geworden Bossuyt. Die 2 seizoenen bij de junioren waren dus een voltreffer.
“Het is inderdaad mooi geweest”, lacht ze. “Ik heb heel veel geleerd als juniore, zeker op internationaal vlak. Ik heb leren rijden in ploeg en heel veel kunnen leren van de meisjes bij het Doltcini-team. Het feit dat ik de tegenstand vaak overvleugelde had zowel voor- als nadelen. Het voordeel is dat je wel beseft dat je in sommige omstandigheden de sterkste bent. Dat geeft je gewoon op mentaal gebied al een voorsprong. Maar je hebt er ook wel het nadeel van als je als sterkste de koers moet dragen, dan heb je er toch wel veel die op jouw wiel rijden. Daarnaast vind ik het leuk dat ik dit seizoen veel van mijn ervaringen van het 1e jaar heb kunnen doorgeven aan de 1e jaars van het team. Ik hoop alvast dat ze die tips en trics meenemen naar volgend jaar. Ik heb zelf ook wel tegenslagen gehad op een paar hoge niveaus. Mentaal en fysiek was het soms zwaar, maar dat heeft iedereen wel eens.”
Combinatie
Geen twijfel mogelijk dat menig team zich aanbood om meteen de stap te zetten naar de elite. Maar dat doet ze bewust niet. (Lees hier meer over het bewuste U23-project) Met welke ambitie kiest ze nu voor het Nederlandse opleidingsproject van Knaven? “Ik heb er een goed gevoel bij. Ik vind de stap naar UCI-koersen te groot en op de manier dat we het nu gaan aanpakken, is de stap veel kleiner, waardoor de kans op slagen aanzienlijk vergroot wordt. Bovendien kan ik hier ook rustiger groeien. Ik verwacht dat we met de ploeg elkaars niveau gaan verhogen door samen de koers hard te maken. Als we met de ploeg mooie uitslagen kunnen rijden en er onderling de sfeer kunnen inhouden, dan zal het heel mooi zijn!”
Welke factoren hebben een rol gespeeld in haar keuze? “De meiden die nu bij het Nederlandse team rijden, zijn straks ook 1e of 2e jaars belofte. Zo kan ik me meten met de beste leeftijdsgenoten. Op die manier hoop ik rustig te groeien richting internationale top. Zolang het mogelijk is, wil ik de weg ook blijven combineren met de baan. Het team is zeker meegegaan in mijn wens om op de piste actief te blijven. Ik rijd niet alleen graag op de piste, ik heb de baan gewoon nodig om op de weg maximaal te kunnen presteren. Dat heb ik de voorbije jaren meermaals gemerkt. Mijn sprint wordt er beter van en ook de snelheid in de benen komt dan van pas. Die 2 disciplines ga ik overigens nog proberen combineren met school.”