In Machelen werden de Belgische renners en rensters maandag voor het eerst geïnformeerd over de Olympische Spelen van volgend jaar in Tokio. Ook bij de vrouwen waren heel wat grote namen present, onder meer Jolien D’hoore. Bondscoach Ludwig Willems was niet te beroerd om al eens vooruit te blikken. “Met deze ploeg mogen we onze ambities uitspreken”, stelt hij kordaat.
Dat er 3 of 4 zelfs Belgische vrouwen mee mogen naar Tokio, toont aan dat het Belgische vrouwenwielrennen de voorbije jaren sterk is gegroeid. Het is ooit anders geweest, beseft ook Willems. “Ik herinner me dat we in 2004 nog alle zeilen moesten bijzetten om 1 vrouw aan de start te krijgen op de Spelen”, grijnst de bondscoach. “Dat is stilaan gegroeid. Als we bij de top 8 op de UCI-ranking staan, mogen we er nu dus 4 afvaardigen (België staat momenteel 8e, red). Ik heb er dus een heel goed gevoel bij.”
3 namen
Volgens Willems is er ook voldoende intrinsiek talent om te presteren in Tokio. Het zal een pittig parcours zijn, maar ik denk dat we met Sofie De Vuyst en Julie Van de Velde 2 zeer goeie klimsters hebben. En ook Kelly Van den Steen heeft opnieuw een stap gezet en is zeker een troef. Sofie en Julie hebben ook ervaring om finales te rijden, iets wat zeker van pas moet komen in Tokio. Zij mogen absoluut mikken op een mooie ereplaats. Dan spreek ik niet zozeer over een podium, maar top 8 moet haalbaar zijn. Zo ambitieus moeten wij wel zijn, ja.”
“Er staan slechts 67 vrouwen aan de start op de Olympische wegrit, dus dat is sowieso een koers die voor gelijk welk land moeilijk te domineren is. Dat biedt perspectief voor een heel goed resultaat. Beslissingen over de selectie zijn er nog niet genomen, maar laat ons zeggen dat rensters als Julie en Sofie daar sowieso op hun plaats zouden zijn. Als zij komende winter allebei nog een stap kunnen zetten, dan ziet het er heel goed uit voor ons.”
Parcours
Het parcours wordt net als 4 jaar geleden in Rio de Janeiro een zware dobber. “Het is iets minder zwaar dan het parcours van de mannen, maar het blijft toch stevig”, bevestigt Willems. “In het 1e deel van het parcours zit een niet te steile maar wel heel lange klim. Dat is een afmattend stuk waar al heel veel energie zal verloren gaan. Het is echter te ver van de finish om een beslissende rol te spelen. Zeker in de finale worden de hitte en vochtigheid bepalend. Daar zullen we ons tegen moeten wapenen. We zullen in samenspraak met de rensters en hun trainers zo snel mogelijk een strategie uitwerken om daar optimaal naar toe te leven.”
Willems spreekt nu al – ruim een jaar voor de eigenlijke wedstrijd – sterke ambitie uit. Dat doet hij niet zomaar. “In Rio reed Lotte Kopecky een aanvallende koers en was ook Anisha Vekemans mee in de ontsnapping van de dag. Ze kwam toen een tikkeltje tekort om een finale te rijden. Nu mag de lat opnieuw hoger, denk ik. Top 8 mogen we in Tokio zeker ambiëren.”