Het zit er op, Roc du Maroc is voorbij. Een geweldig avontuur waar we nog lang aan zullen terugdenken. Of zoals 1 van de deelnemers zei: “Je zou hem al rijden gewoon om later aan je kleinkinderen te kunnen vertellen”. 666 km, 8.000 hoogtemeters en tonnen zand en stenen lagen op onze weg tussen Ouarzazate en de gouden duinen van Merzouga. Zon, stof, vliegen en hier en daar een kadaver konden ons niet tegenhouden. Uren en uren trappen door een onwaarschijnlijke natuur met aan de aankomst de ultieme bekroning: een fris biertje, midden in de woestijn.
2 Airbus 320-vliegtuigen van Brussels Airlines brengen 256 deelnemers en een goede 60 vrijwilligers naar Ouarzazate. Het volledige hotel is voor ons afgehuurd en na de administratieve plechtmatigheden mogen we de fietsen monteren. Tijdens een laatste controle in Fietsfabriek in Aarschot werd onze Scott Spark perfect voorbereid, de montage van de fiets beperkt zich tot enkele vijsjes vastdraaien. Met de banden op 1,8 bar staat hij wat later te shinen dat het een lieve lust is. Na het middagmaal is het tijd voor een 1e test. Op een 36 km korte rit kunnen we ons strijdros even proefrijden. En testen we even de benen.
Hebben de trainingen van Davy Commeyne het verwachtte resultaat opgeleverd? Heeft onze schouderblessure niet te veel roet in het eten gegooid en meer nog: zal die schouder standhouden? Waren de tips en oefeningen van Kevin Van Hoovels voldoende en hebben we de rijtechniek voldoende onder de knie? Tussen met knikkende knieën een steile helling afdalen of met zelfvertrouwen tussen de stenen laveren, ligt immers een wereld van verschil.
We sluiten aan bij een groepje Limburgers. Enkele deelnemers kennen we nog van vorige edities en zij hebben er helemaal geen bezwaar bij dat een gouwgenoot met technische achtergrond de groep komt versterken. We besluiten om in groep en op eigen tempo de 1e meters op Marokkaans grondgebied af te haspelen. We houden er een mooi tempo op na, maar merken dat de hartslag toch wat ligt. Door de warmte vraagt het lichaam meer koeling en moet het hart hoger in de toeren. Wanneer we offroad gaan, duwt een klein klimmetje de hartslag al meteen naar de rode zone. Oeps, dat hadden we niet verwacht.
16° backsweep
Technisch stelt het allemaal niet zoveel voor. Het is enkel wat opletten voor stenen en putten. Tussendoor doorlopen we het volledige gamma versnellingen van onze SRAM GX. De jongens van Wim Deroover hebben uitstekend werk geleverd, de ketting vliegt soepel over de tandwielen. De montage van het SQlab 311-stuur was een goede keuze. Door de 16° backsweep worden onze schouders mooi ontlast. Dat zit al goed. We vermijden de scherpe stenen maar enkele andere deelnemers waren iets te enthousiast. De 1e lekke banden zijn al een feit. Na de schitterende oase van Flint volgt een stevige klim. Een heel stevige zelfs.
Wanneer het voor ons stokt en er een kleine file ontstaat, zetten we voet aan grond. 2 vrouwen die te voet de helling beklimmen bezorgen ons een mooi compliment. Met een sappig West-Vlaams accent zegt een van beide: “Je ziet, hé, zelfs de mooiste billetjes moeten te voet omhoog”. Tijdens de afdaling halen we de tips en trics van Kevin Van Hoovels voor de geest: ver en dan weer dichtbij kijken en controle houden. Rustig laten we het tempo oplopen. Enkele jonge veulens vieren de teugels wat sneller en duiken naar beneden.
Wat verder roept een valpartij van een andere deelnemer iedereen terug tot de orde. Hij ligt op zijn rug en houdt zijn schouder vast. Het zal toch niet…. Gelukkig horen we naderhand dat de schade meevalt. Hij is overigens niet de enige. Enkele knieen en ellebogen tonen al duidelijke sporen van een onvrijwillig contact met de ondergrond. De medics mogen al aan de slag. Morgen staat iedereen weer op het appel.
Unesco-werelderfgoed
De volgende ochtend start de 1e etappe. 115 km zand en stenen, 2.000 hoogtemeters aan klimmen en dalen brengen ons van Ouarzazate naar Imi nTagoulft. We doorkruisen in groep Ouarzazate en haasten ons naar de eigenlijke start aan de Atlas-filmstudio’s. De lokale politie staat op elk kruispunt en houdt de weg voor ons vrij. Iets wat we trouwens de ganse tocht opmerken. Overal houdt de politie een oogje in het zeil waardoor alles superveilig verloopt. Aan de filmstudio’s starten we aan een schitterende burcht. In dit Hollywood van Marokko werden scènes opgenomen van onder meer Lawrence from Arabia, The Mummy, Gladiator en… Asterix en Obelix. De burcht, waarvoor 256 mountainbikers oplijnen, is van kunststof. Maar wat geeft het, ons wacht de woestijn.
De langzaam klimmende zon tekent mysterieuze schaduwen over het landschap. Ginds ver wachten ons de Gouden Duinen van Merzouga. 512 benen trappen om ter hardst. De koers begint. Al snel doet een hogere hartslag het tempo wat zakken. Een 1e zandstrook haalt het tempo helemaal naar beneden en de 1e voetjes worden al aan de grond gezet. En meteen worden de eerste gsm’s bovengehaald. Duizenden foto’s later worden die weer opgeborgen. Wat is dit mooi. Maar het wordt nog mooier. Na goed 30 km doorkruisen we de kasbah van Aït Benhaddou, Unesco-werelderfgoed. Net voor de kasbah laat de techniek van iemand van ons groepje het even afweten. Een kettingbreuk herstellen stelt ons niet voor problemen maar onze groepsgenoten zijn wel blij dat we het euvel snel kunnen verhelpen.
Na de bevoorrading in de bijna droge rivierbedding klimmen we het dorp uit. Enkele kilometers asfalt later duiken we weer de woestenij in. Op een 1e klim spannen we de spieren al wat strakker aan, pas op een langere helling krijgen we een voorbeeld van wat klimmen op woestijnpistes betekent. Gemiddeld is de klim slechts 4%, maar door het onregelmatige karakter (lees: geregeld een stuk naar beneden) en de zware ondergrond durft niemand hier het woord ‘loper’ in de mond nemen. Meteen weten we ook hoe de waardeverhoudingen in de groep liggen: de jeugd heeft sterke benen, een minder jeugdige heeft nog sterkere benen en bij wie grijs ziet tot echter de oren zijn de benen wat minder sterk. Wijzelf moeten ons plaatsje nog vinden.
Dan volgt een lange passage door een droge rivier. De bodem ligt bezaaid met kleine steenschilfers, het rijdt voor geen meter. Bij enkele klimmetjes krijgen we dan weer een hele karrevracht keien voor de wielen gegooid. Wat later krijgen we de 1e zandstroken te verwerken. Afwisseling troef. Na 113 km komen we aan in het bivak. De kennismaking was al een voltreffer. Wat we van de nacht niet kunnen zeggen. Draaien en keren brengen geen hulp en heel wat uren gaan slapeloos voorbij.
25 km fun
De volgende dag staan we al vroeg aan het ontbijt. Met 102 km en 2.350 hoogtemeters tussen Imi nTagoulft en Alemdoun hoort de etappe van vandaag bij de zwaardere ritten. Waar de rit eerst nog over glooiende heuvels gaat, start na de controlepost een loodzware beklimming. 15 km lang is het duwen, wringen, zweten en de hartslag in het oog houden. Oude dorpjes, amandelbomen en een vriendelijke bevolking vergezellen ons op onze tocht. Geregeld halen we een minder goed getrainde deelnemer in of staat er iemand te voet.
Gelukkig is de afdaling er eentje van de betere soort. Vloeiende bochten en een goede ondergrond zorgen voor 25 km fun. Om van de schitterende vergezichten nog te zwijgen. De Scott Spark bezorgt ons meer en meer vertrouwen, de snelheid loopt al aardig op. Eerst ver en daarna dichtbij kijken, zei Kevin. Na een lange doortocht door een droge rivier vol met keien en valkuilen, komen we weer in het bivak. Een lekkere pastasalade later zijn we wat opgekikkerd, maar toch heeft de tocht er ingehakt. Hopelijk slapen we vanavond wat beter.
Klik op de link hieronder om te weten hoe ons woestijnverhaal is afgelopen!