Dit is deel 2 van ons avontuur in Roc du Maroc. Klik hieronder als je deel 1 gemist hebt!
Op dag 3 wacht ons een mooie etappe. Slechts 77 km en 1.180 hoogtemeters liggen er tussen Alemdoun en El Kelaa M’Gouna. Na enkele kilometers aanloop slingert de route door een prachtige canyon. Metershoge rotswanden boorden het riviertje af waar we doorheen fietsen. Het ene fotomoment volgt het andere op. Gewoon prachtig! Geregeld moeten we door het water of moeten we even van de fiets. Maar het is genieten. In de eeuwenoude dorpjes worden we verwelkomd door enthousiaste kinderen en woorden als stylo, bonbon en labas worden gemeengoed. Dan volgt weer een lange klim. Organisator Gert Duson zei bij de briefing dat ‘tot zijn afgrijzen’ het laatste deel van de klim geasfalteerd werd. Laat me jullie verzekeren dat niet iedereen het daarmee eens is. Liters zweet en gevloek worden de prachtige vallei in gezwierd.
Wanneer bij iemand van de groep de batterij van zijn elektrische ondersteuning zijn laatste streepje verorbert, wordt het gezweet en gevloek nog wat sterker. Gelukkig rijdt een bereidwillige fotograaf op de motor snel over en weer met een reservebatterij. We zijn maar al te blij dat we de laatste kilometers over een beter lopende ondergrond mogen beklimmen. De trainingen van Davy Commeyne hebben duidelijk resultaat opgeleverd. We nestelen ons zonder veel problemen bij de beteren van ons groepje. Lees: de jeugd. Ook stuurtechnisch wordt het steeds leuker. De combinatie Fietsfabriek en Scott Spark enerzijds en tips en tricks van Kevin Van Hoovels anderzijds werpt zijn vruchten af. We voelen ons steeds beter worden, de fun neemt toe.
We verlaten het Atlasgebergte en na wat stoffige paden door oude dorpjes duiken we ‘la Vallée des Roses’ in. Een reusachtige, kilometerslange oase waar talloze paadjes als een spaghetti door het groen warrelen. Irrigatiekanalen, vijgenbomen, kleine veldjes met groenten en talloze door ezelhoeven uitgesleten paadjes liggen op onze weg. De navigatie is niet eenvoudig, af en toe nemen we een verkeerde afslag. Maar met 1 oog op de GPS en 1 oog voor ons vinden we toch onze weg tussen de dijkjes, brugjes en smalle paadjes. Wanneer we de groene long achter ons laten, leggen we er de pees op. Lekkere pasta, een koel biertje, een echte douche en een echt bed wachten immers op ons. “Op een lint” stevenen we samen met enkele diehards op ons eindpunt af en wanneer de weg wat stijgt schakelen we zowaar nog een tandje bij. Heerlijk!
Emo-moment
De volgende dag wacht ons een nieuwe uitdaging. We doorkruisen het Saghro-gebergte in 1 lange trek. 124 km en 1.800 hoogtemeters brengen ons van El Kelaa M’Gouna door een ruig en onherbergzaam gebergte naar Alnif. Het ruwe karakter en de donkere kleuren dopen het gebergte in een mysterieus licht en zorgen voor een constant wow-gevoel. Maar de zware klim naar de top stelt de benen danig op de proef. Minder steile stukken en zelfs korte afdalingen worden met erg steile stukken afgewisseld. Dubbele stijgingscijfers zorgen ervoor dat er van enig ritme geen sprake is. Hartslag naar het rood, even recupereren en dan weer in het rood. We genieten, afzien kan mooi zijn. De jeugd moet het af en toe afleggen tegen onze sterker wordende benen. Davy Commeyne heeft prima werk geleverd. Wanneer we de 2e bevoorrading verlaten, duikt de weg naar beneden. De aanloop van kilometers afdalen, kilometers genieten.
Maar eerst is er even tijd voor een emo-moment. Huisfotograaf Jan Van Gelder heeft tijdens de voorbije 3 edities in de afgelegen bergen steeds hetzelfde meisje gefotografeerd en wil de afdrukken van deze foto’s aan haar overhandigen. Zelden zo een brede lach gezien!
We zetten onze weg verder. De wegen liggen er goed bij en zijn technisch best te doen. Bij een stevige afdaling duiken we als een steen naar beneden. De vering van de Scott Spark staat volledig open, putten en bulten worden schitterend weggeveegd. Topsnelheid: net geen 64 km/u. Met dank aan de fiets en de clinics van Kevin Van Hoovels. Kilometers schitterend en snel gravel later landen we in het volgende bivak. Dit was weer een compleet andere rit dan gisteren, maar mooi en pure fun.
Koninginnenetappe
De dag erna volgt de koninginnenetappe. Het is er eentje van ‘love or hate it’: 155 km dorre en desolate vlaktes met amper begroeiing brengen ons van Alnif naar ‘The Mummy’. Tot de 1e bevoorrading rijden we over goedlopende pistes en blijven we in het wiel van 1 van de jonge helden van de groep. Geregeld zien we 30 km/u op onze Garmin verschijnen en inwendig zingen we mee met Raymond: ‘Het gaat verbazend goed vooruit’. Na de bevoorrading verandert het landschap. Bomen worden struikjes, de einder lijkt 100 km ver te liggen. De grote leegte. De pistes krijgen een eigen karakter. Een rechte lijn wordt enkel onderbroken door een uit het niets opduikende uitgedroogde rivier en onverwachte zandstroken halen het tempo eruit.
Wanneer enkele van onze tochtgenoten met een lekke band aan de kant moeten, rijden we met z’n 2 verder. Maar plots ben ik helemaal alleen. Even twijfel ik. Is dit wel verstandig, wat als ik val? Maar Gert Duson zei dat we het eens moesten proberen. Alleen door de woestijn, alleen over de uitgestrekte vlaktes. Beseffen hoe klein we zijn en nederig moeten zijn tegenover deze overweldigende natuur. We genieten. Langzaam beginnen we kleine dingen op te merken. Een stukje plastic, een wandelende tak, een steen die heel anders kleurt dan de andere. Kilometers lang houden we er een goed tempo op na. Trappen, kijken, genieten, opgaan in de woestijn. Een heuvel in de verte ligt er een uurtje later nog altijd. Kale vlaktes glijden voorbij, af en toe onderbroken door sporen van dromedarissen.
Veel vroeger dan verwacht komen we in het bivak. Hier werd een groot gedeelte van de film ‘The Mummy’ opgenomen maar ook ‘Spectre’ van James Bond koos voor deze prachtige setting. Bij een wandeling naar de rand van de krater worden we getrakteerd op 1 van de mooiste uitzichten van Marokko. Die avond laat de organisatie zich van zijn beste kant zien. Een BBQ met een stevige côte à l’os stilt onze hongerige magen en ook minder enthousiaste deelnemers zijn hun helletocht snel vergeten. Hoe de organisatie er in slaagt om midden in de woestijn steeds weer een lekker maaltijd te bereiden en een koud pintje tevoorschijn te toveren, is een kunststukje op zich. Wanneer er voor de familie Moortgat een aparte toog wordt opgesteld en men een hoop glazen met de bekende D laat aanrukken, start al gauw een stevige decompressie. Alles wordt aan de kant geschoven en zelfs de ergste houten Klaas beweegt mee op de pompende beat. De volgende morgen hoeft het begrip haarpijn geen verdere uitleg.
Slotakkoord
De laatste etappe van ‘The Mummy’ naar Merzouga is slechts een formaliteit, beweert de organisator. De start ligt boven op de rand van de krater en we duiken dwars door het kamp de pistes in. 65 km scheiden ons van eeuwige roem en verhalen voor onze kleinkinderen. Kort na de start teamen we op met 1 van de sterkere rijders van onze groep. Kop over kop maken we tempo. Geregeld rapen we andere deelnemers op. Op een lang stuk nieuw aangelegde piste vormt zich een treintje met ons beiden aan kop. Het gaat steeds sneller. Wanneer we de piste verlaten, moeten we via een talud van enkele meters diep steil naar beneden. We raken de remmen amper aan en duiken in de diepte. We blijven met ons 2 over. De rest van de groep houdt het voor gezien en daalt voorzichtig naar beneden. Enkele maanden geleden zouden we dit niet gedurfd hebben. Zalig!
We wachten op de rest van onze Limburgse groep en rijden samen naar de Gouden Duinen van Merzouga. Maar de benen van een groepsgenoot lijken nog niet genoeg gehad te hebben. Het tempo schiet nog even omhoog en we tikken de 35 aan. Op een mountainbike, in de woestijn. Nog effe diep gaan, alles uit de kast. Dan duikt aan de horizon een gele band op: de Gouden Duinen van Merzouga. Het traject door de duinen beperkt zich tot enkele kilometers. Door het mulle zand rijden is een haast onmogelijke opdracht, maar dat maakt ons niets uit. In de verte lonkt de muziek van het finishfeestje. We stellen ons op bovenop de rand van de duin. Met een glimlach van hier tot ginder duiken we naar beneden. De ontlading is groot. We vallen in elkaars armen. Wat een avontuur, wat een tocht, wat een belevenis, wat een fijne groep, wat een organisatie!