Niet normaal. Dat is wel het minste wat je kan zeggen van de beklimmingen die de Sloveen Jiri Fikejz wist te vinden. Op zijn Youtube-kanaal toont hij enkele beelden van deze monsterlijke beklimmingen. 8,6 km aan 16,1 procent gemiddeld met een max van 37%. Twee kilometer aan 22,3% zorgen ervoor dat bij het zweet ook nog bloed en tranen komen. En dan vond hij er nog een straffere. Iets voor excentriekelingen.
Toen we een tijd geleden genoten van de schoonheid van de Sella Ronda konden we niet vermoeden dat er goed 100 km verder nog enkele kleppers verborgen liggen. Toen we de Tre Cime di Lavaredo beklommen die met zijn 5 laatste km in de dubbele cijfers blijft, dachten we dat we al stevig moesten trappen. Maar wanneer we de beelden en de cijfers van de beklimmingen Pozza San Glisente en Scanuppia zien, die je tevens in het noorden van Italië terugvindt, twijfelen we er sterk aan dat het grootste kroontje van onze cassette wel genoeg tandjes heeft.
De Pozza San Glisente ligt wat hoger dan Bergamo net ten noorden van het Lago di Seo. Vanuit Esine klim je naar de top van de 1.747 m hoge Dos dell’Asino. Deze klim in de Italiaanse Alpen is 8,3 km lang en overbrugt 1.451 hoogtemeters. Of een gemiddeld stijgingspercentage van 17.5%. Een gemiddelde dat al kan spreken, maar zoals jullie weten zijn het de steile stukken die bepalen of een klim zwaar is of niet te doen. Of wanneer donkerrood zwart wordt. En laat deze klim er daar nu behoorlijk wat van hebben. De eerste 500 meter aan 11% zijn nog best te doen (sic), maar daarna zijn we vertrokken voor 5 km tussen 16 en… 27%. De steilste 100 meter aan 33,5% doen je fietscomputer tilt slaan. Mocht daar niet een stukje van 37% tussen zitten.
‘Verboden voor fietsers’
Gelukkig vlakt het dan behoorlijk af. Gedurende 1 km mogen we aan 9 à 11% even recupereren, maar dan start het feest opnieuw. Na opnieuw 16% mogen we net voor de top nog een stukje van gemiddeld 20% verteren. Met daarin een kort venijnige passage van weer 30% in. Kwestie van nog wat extra lactaat aan te maken. Zorg wel dat je remmen ti-top in orde zijn, want je moet dezelfde weg weer naar beneden.
Alsof dat niet genoeg is heeft Jiri Fikejz er nog een col bijgedaan. 1’tje die nog zwaarder is. Of, nog steiler. Net beneden Trentino ligt het Scanuppia natuurreservaat. Vanuit Besenello leidt een weg/veldweg/bergweg naar de top. Daarin ligt een klim die menig wielrenner al te veel is geworden. Voetje aan de grond is op deze klim een gekend begrip.
Let wel, je mag deze klim niet zomaar op. Onderaan de weg staat een waarschuwingsbord: verboden voor fietsers. Omdat het een natuurreservaat is, zijn een aantal delen van de route volledig verboden gebied en is de weg dus verboden voor (wieler)toeristen. Maar toch wordt de klim geregeld beklommen. Vermits die haast helemaal door het bos loopt en er buiten de boswachter eigenlijk niemand anders komt, zijn er geregeld moedige gekken die het risico op een boete erbij nemen en de Scanuppia trachten te bedwingen.
Dwars geribbeld beton
Weet alleszins dat je de Scanuppia niet zomaar opfietst. Na een aanloop van zowat 1,5 km tussen 11 en 18% daalt het stijgingspercentage gedurende de volgende 3,5 km niet meer onder 20%. Tussen km 2 en 2,5 zit een stuk van 100m aan 42,5% met een piek van 45%! Ga daar maar eens aanstaan. Wanneer je beseft dat een standaard trap in een huis tussen 30 en 35% klimt, weet je meteen hoe steil steil is. Bovendien is het wegdek erg ruw. Om een 4×4 toch wat grip te laten vinden, is het beton dwars geribbeld met erg sterke groeven. Een stuk voor de top gaat de weg over naar onverhard en wat later is het zelfs zoeken naar een weg.
Bij onze digitale zoektocht vonden we hier en daar een dromer die zelfs van de Giro d’Italia op deze helling sprak, maar de beelden verwijzen dit idee gauw naar het rijk der fabelen. Wie deze klim wil afvinken, kan dus maar beter voor een MTB-verzet kiezen. En sterke benen en genoeg training. Jiri Fikejz deed de klim in een klein uur. Maar de nummer 20 deed bijna 2 uur op het 7,8 km lange Stravasegment. Aan een gemiddelde snelheid van 3,8 km/u. Of de snelheid waarbij je net niet omvalt. Iemand?