17 seizoenen zit hij in het profpeloton. Jawel, 17! En tegen een 18e zegt hij zeker niet neen. Sebastian Langeveld (37) krijgt niet genoeg van koersen. De renner van EF Education First-Easy Post droomt zelfs een heel klein beetje van de Nederlandse tijdrittitel.
Deze week draait de voormalige winnaar van de Omloop Het Nieuwsblad – 11 jaar geleden was de Rabobank-renner in Gent sneller dan de Spanjaard Juan Antonio Flecha van Team Sky – mee in de ZLM Tour. Niet met zijn Amerikaanse ploeg, maar met een Nederlandse selectie. De etappekoers schreef hij in 2007 op zijn naam. Toen luisterde de rittenwedstrijd naar de naam Ster Elektrotoer, zat er een tijdrit in én een etappe in de provincie Luik (Verviers-La Gileppe).
“Deze ZLM Tour rijd ik met een iets andere intentie dan 15 jaar geleden”, vertelt Langeveld. “Ik zie deze 5-daagse rittenkoers niet als voorbereiding op de Tour de France zoals hun slogan klinkt, maar als voorbereiding op het Nederlands kampioenschap tijdrijden. Het is wel leuk eens ploeg te vormen met enkel landgenoten, want bij EF zitten heel veel buitenlanders. Deze Nederlandse selectie is een leuke groep.”
Met deelname aan de ZLM Tour sluit Langeveld een lange periode zonder competitie af. Voor hij woensdagavond in Kapelle aan de rittenkoers begon, was Parijs-Roubaix van zondag 17 april z’n laatste koers. Dus bijna 2 maand zonder competitie. Een periode in het teken van het NK tegen de klok.
Vuelta?
“Voor mij is dat Nederlands kampioenschap tijdrijden een belangrijk doel”, benadrukt de doorwinterde prof. “Zowel vorig jaar als in 2019 pakte ik telkens zilver. In 2021 ging de titel naar Tom Dumoulin die enkele weken later in Tokio zilver pakte op de Olympische tijdrit. 3 jaar terug kwam ik slechts 8 seconden tekort op Jos Van Emden. Dan had het mijn kant kunnen uitvallen. Het zou, denk ik, stom zijn indien ik er nu geen doel van maak. Vooraf ga ik me niet vastpinnen op een resultaat. Ik probeer er alles voor te doen en hoop er die dag het maximum uit te puren.”
Dat nationale tijdritkampioenschap wordt op woensdag 22 juni 2022 in Emmen gereden. “Inderdaad, de laatste jaren denk ik veel minder aan winnen dan vroeger”, geeft Langeveld toe. “Er zijn nog een paar koersen waar ik een uitslag kan rijden. Onder meer op dat NK tijdrijden. Voor het overige probeer ik mijn ploeg te ondersteunen. Een Grote Ronde zal ik niet meer doen. Kom ik op de 1 of andere manier toch in beeld voor de Vuelta, dan zeg ik niet op voorhand neen tegen deelname. Maar tijdens de grote rittenkoersen zijn er genoeg andere wedstrijden waarin ik beter tot mijn recht kom.”
Waar hij zeker niet negatief op zou reageren, is een nieuw contractvoorstel van zijn huidige ploeg. Hij koerst al van 2014 bij het team van algemeen manager Jonathan Vaughters. “Voor volgend jaar, 2023, hou ik alle opties open”, beweert Langeveld. “Het voorbije voorjaar haalde ik nog een goed niveau. Met de ploeg ging het minder, want we hadden met veel zieken en geblesseerden af te rekenen. Misschien kan ik er nog een jaartje aan toevoegen. Of misschien een laatste voorjaar. Ik wil op een bepaald niveau afscheid nemen als renner. Aan mijn laatste koersen moet ik nog altijd plezier beleven. Het mag nooit het jaar te veel worden. Zoals het nu gaat, heb ik nog de ambitie om een jaartje verder te doen.”
Als neoprof won Langeveld in 2006 de Grote Prijs Pino Cerami. Hij zette ook de Grote Prijs Poeske Scherens in Leuven (2009) op zijn naam. In 2017 haalde hij het podium van Parijs-Roubaix. Hij flankeerde winnaar Greg Van Avermaet en nummer 2 Zdenek Stybar. Langeveld werd ook eens 5e in de Ronde van Vlaanderen (2011) én in de E3 Harelbeke (2013).
“Op basis van de potentie die ik in mijn jonge jaren etaleerde, had ik misschien een beter palmares kunnen hebben, toch ben ik trots op wat ik bereikte”, besluit Langeveld. “In 2014 werd ik Nederlands kampioen, ik reed 6 keer de Tour, bepaalde monumenten heb ik 14 of 15 keer betwist en ik mocht diverse WK’s rijden. Als jong mannetje had ik dat niet durven dromen. In de toekomst zou ik graag in de koers blijven. Er spoken wat ideeën door mijn hoofd, maar het moment om ze concreet te maken is nog niet aangebroken.”