Hij is 67, ging 7 jaar geleden bij de Belgische Spoorwegen op pensioen, maar bleef verzorger in het wielrennen. Dominiek Cosemans was de voorbije jaren uitsluitend aan de slag met Noren. Zondag 16 oktober trekt hij met Søren Wærenskjold, bij de beloften wereldkampioen tijdrijden, naar de Chrono des Nations.

Kristoffer Ingeby
Een Limburger bij een Noorse ploeg, dat vraagt een woordje uitleg. Dominiek Cosemans is ex-renner. “Tot mijn 23e bij de liefhebbers”, blikt hij terug. “Daarna heb ik mijn huis verbouwd. Vanaf mijn 30e heb ik nog eens 4 seizoenen gekoerst. Nadien verdween ik uit het wielrennen. Tot iemand die in Zuid-Afrika geweest was, vroeg of ik plaats had om een renner op te vangen. Wat ik uit nieuwsgierigheid deed. Na een paar jaar kwamen er al 4 Zuid-Afrikanen. Ik heb dan mijn zolder verbouwd. Zodat ik 8 renners te slapen kon leggen. Ik heb ook eens Zweden gehad. Tot mijn dochter op de zolder ging wonen. Dan ben ik gestopt met het opvangen van buitenlandse renners.”
In mei 2002 ging Cosemans naar Bilzen, naar de aankomst van een etappe in de Baloise Belgium Tour. Andrei Tchmil won en stopte met koersen. “Na die rit zag ik de Zweedse prof Kristoffer Ingeby”, herinnert hij zich nog. “Hij reed toen voor Marlux-Ville de Charleroi. Ze zochten een verzorger. Ook al kon ik nog niet masseren, de week nadien ging ik met de ploeg mee naar de Ronde van Luxemburg. Van dan af ben ik in combinatie met mijn werk bij de spoorwegen altijd verzorger geweest.”
Van Marlux-Ville de Charleroi ging het naar Chocolade Jacques en Collstrop. Van de teams van Jef Braeckevelt stapte Cosemans over naar die van Hilaire Van der Schueren. “Unibet, dan Vacansoleil en toen die ploeg stopte heb ik ook 30 dagen bij Skill-Shimano gewerkt”, aldus Cosemans. “Nadien kwam ik bij de Noren terecht. Waar ik niet meer ben weggegaan.”
Hoogtestage
Eigenlijk is Cosemans op een ietwat aparte manier in Noorse dienst gekomen. Ooit trok hij met de Nederlander Mathé Pronk, voormalig Europees kampioen achter derny’s, naar enkele zesdaagsen. “Mathé woonde toen in België”, verduidelijkt de verzorger uit het Limburgse Hoeselt. “Op een zesdaagse ontmoette ik een Noorse verzorger die er de brui aan gaf. Ik ging mee met die Noren en stopte nadien niet meer. Via de nationale ploeg ben ik bij Uno-X terecht gekomen. Het team heeft intussen in het West-Vlaamse Vichte een service course. Die voor het vrouwenteam van Uno-X is in Geraardsbergen.”
Dit wielerseizoen zit Cosemans al aan 130 koersdagen. Met zowel het procontinentale Uno-X Pro Cycling Team als de nationale ploeg van Noorwegen. Hij ging mee met enkele renners van de ploeg op hoogtestage naar de Sierra Nevada. “Dat was een experiment voor 3 renners, maar niemand haalde daar voordeel uit”, beweert Cosemans. “Kristoffer Halvorsen kwam ten val en koerste niet meer. En Torstein Træen werd behandeld voor teelbalkanker en is nu een maand weer aan het koersen.”
In augustus was hij aan de slag in de Ronde van de Toekomst, voor beloften 1 van de belangrijkste afspraken van het seizoen, door Cian Uijtdebroeks gewonnen. De openingsrit ging naar de Noor Søren Wærenskjold, een pion van het Uno-X Pro Cycling Team.
Kolos als Backstedt
“Søren droeg even de gele leiderstrui en wou absoluut het einde halen van deze rittenkoers”, aldus Cosemans. “De slotrit was bijzonder lastig. Met zijn gewicht niet evident om de finish te halen. Hij stapte op een bepaald moment bij mij in de wagen, volledig naar de kloten, zoals men dat zegt. Dan heb ik toch even op hem moeten inpraten. In de zin van dat hij zich moest concentreren op de zaken die hij wel kan. Søren is een kolos. Ik kan hem niet beter vergelijken dan met ex-renner Magnus Bäckstedt. Dat hij in het tijdrijden de wereldtitel pakte, was voor mij helemaal geen verrassing. Voor hem is dat bijzonder tof. Dat hij in Australië een gouden medaille veroverde, zie je aan hem niet. Hij houdt beide voetjes op de grond.”
Cosemans gaat met een kandidaat-winnaar naar de Chrono des Nations. Intussen heeft hij ook een afscheidsdatum in gedachten. “In september 2024 komen de Europese wegkampioenschappen naar Hasselt”, weet hij. “Daar probeer ik nog te geraken, dat worden misschien wel mijn laatste koersen.”