Fietsen in de Hoge Vogezen is genieten van natuur en het overschouwen van uitgestrekte vergezichten, maar tevens het beklimmen van een paar prachtige cols, zoals de Grand Ballon. Anders dan de Alpen of de Pyreneeën bieden de Vogezen heel wat alternatieve wegen en hellingen, waardoor je wel de route moet volgen om niet eindeloos uit de richting te rijden. Wij nestelden ons langs het schilderachtige ‘Meer van Gérardmer’ en leiden u langs een paar leuke rondjes in het vegetatieve landschap.
La Vallée des Lacs, zeg maar de Merenvallei, herbergt de meren van Gérardmer, Longemer en Retournemer, allen op een steenworp van elkaar. Ze liggen ietwat verborgen tussen bossen en bergen in het hartje van de Hautes-Vosges, het hoogste deel van het Vogezengebergte, grondgebied Elzas en Lotharingen. Wij hebben voor een fietsweek onze tenten opgeslagen in ‘Le Lido’, dat eenvoudige maar hygiënische studio’s en appartementen verhuurt aan het ‘Lac du Gérardmer’ en waar je je fiets en toebehoren veilig achter slot en grendel kan zetten. Het bergmeer is ongeveer 2,2 km lang en 750 meter breed; het ligt op 600 meter boven de zeespiegel en bestrijkt meer dan 115 hectare. Het diepste punt ligt op ruim 38 meter. Er is wel wat toerisme, maar echt heel druk is het buiten het seizoen niet. Je kan gerust met een bootje rondvaren of een waterfiets huren. Na het fietsen kan je bij goed weer uitrusten op het plaatselijke strandje. Bij avondval zie je dan weer overal lichtjes, wat er een sfeervolle scène van maakt.
Rondje Châtel-sur-Moselle – 182 km
Op dag 4 kiezen we voor een lange aanloop naar Corcieux. Daarvoor rijden we langs het meer weg richting het dorpscentrum van Gérardmer. We volgen de juiste wegwijzers en kunnen een kleine 20 km de benen opwarmen langs een brede glooiende weg. Er is hier wel wat autoverkeer, maar dat vormt nooit echt hinder. De streek maakt, zoals zo vaak hier, alles goed. Heel even is het ook klimmen, tot in het centrum van Arrentès, de plaatselijke col op. Corcieux is een klein landelijk dorpje en ligt in het ruime dal van de rivier de Neune. Onze fotograaf had hier vooraf een posemomentje bij het plaatselijke kerkje in gedachten – we moesten toch één zo’n beeldje schieten, niet? – maar veel soeps is dat niet. Een stenen bunker is er haast niets bij. Het stoort niet, want Corcieux ademt toch de typische sfeer uit die het gros van de Vogezenplaatsjes zo kenmerkt.
We rijden langs de bergkam richting ‘Champ de Roches’, dat op onze kaart in het vet staat aangeduid. Hier deden we geen research over omdat we ons ook eens wilden laten verrassen. Langs de kam begint het pittig, maar het vervolg is glooiend en zeker niet te zwaar. Eens boven slaan we voor het eigenlijke dorpje de 1e links af. Onze bestemming ligt echt langs een heerlijk mooie smalle baan, puur natuur. ‘Champs de Roches’ is een gebied van 400 bij 40 meter dat bezaaid ligt met granieten keien, achtergelaten door gletsjers in de IJstijd, zo leert Wikipedia ons ter plaatse snel. Ze liggen meters hoog opgestapeld. Wat wij te zien krijgen, is inderdaad een hoop stenen en de start van een avontuurlijke wandeling door de streek. Heel leuk, maar als fietser heb je hier geen boodschap aan. Je kan de route netjes vervolgen, maar dan kom je weer in Gérardmer uit. Wij draaien terug tot Barbey-Seroux. Daar trekken we even goed door tot Granges-sur-Vologne, een pittoreske vallei waar narcissen vrij spel hebben. Even daarvoor maken we nog kennis met de ‘Tuin van Berchigranges’.
Het bos
We kiezen voor een binnendoor richting een andere bezienswaardigheid, de ‘Grande Cascade de Tendon’, een magnifieke waterval die ons toch enkele minuten doet staren. Ze is met zijn 32 meter dan ook de grootste van de Vogezen. Om ze te bereiken moet je ter hoogte van ‘Le Creux’ wel even dalen en opnieuw hard naar boven om je gewone weg te vervolgen. Eens die beklimming overwonnen, zetten we koers richting Épinal. We fietsen een stukje nabij de Moezel, rijden dwars door het ‘Forêt de Tanières’ en genieten van de kilometers in het ‘Fôret d’Epinal’. Épinal is de hoofdplaats van de Vogezen en kenmerkt zich door de vele forten, zoals het ‘Fort de Razimont’, ‘Fort des Adelphes’ en het ‘Fort de la Voivre’, die allen aan de oostzijde liggen. De stad zelf laten we voor wat ze is en dus rijden we voor de drukte van het verkeer richting Deyvillers.
Ons uiterste noordwestelijke punt is Châtel-sur-Moselle. Dat bereiken we via de aan het ‘Canal de l’Est’ gelegen dorpen Dogneville, Girmont en Vaxoncourt. De D52 vormt het decor voor onze binnenweg richting Rambervillers, waar de plaatselijke kerk ons dit keer wel kan bekoren. Het laatste stuk van de tocht gaat opnieuw goed op en af. We volgen de rivier Valdange tot in Mortagne en zoeken via Bruyères opnieuw bekend gebied op. Vanaf Granges-sur-Vologne doen we andermaal de ‘Haut du Pré’ aan en bereiken we via Liézey – een schilderachtig bergdorp met 300 inwoners dat tijdens de Franse Revolutie in 1972 rond het kerkje werd opgebouwd – andermaal Gérardmer.
Download hier onze route ‘Rondje Châtelle-sur-Moselle‘ (gpx)
Meer Vogezen? 
Rondje Grand Ballon – 149 km -> Lees hier de reportage en download de route!
Rondje Ballon d’Alsace: 116 km -> Lees hier de reportage en download de route!
Rondje Saint-Dié-des-Vosges – 171 km -> Lees hier de reportage en download de route!
Rondje Bains-les-Bains – 190 km -> Lees hier de reportage en download de route!
Fotomateriaal: Eppo Karsijns Media
1 comment